Afbeelding

Op 't bankje

Algemeen Op het bankje

Het is stil op straat en het lijkt wel of iedereen met vakantie is en degenen die rondlopen lijken hun gang in een lagere versnelling gezet te hebben. Onthaasting is alleen in deze tijd merkbaar. Een beetje verveeld komt een jongetje van een jaar of tien stuiterend met een bal op het bankje af. Hij ploft neer en gaat achterover leunend met de bal op zijn buik zitten. Het is meer hangen. Voorzichtig kijkt hij schuin naar mij en als hij ziet dat ik terugkijk zegt hij loom: 'Ik verveel me. Mijn vriendje Daan is met vakantie. Hij is met zijn vader en moeder met de caravan naar Duitsland. Gisteravond stuurde hij een appje dat hij het jammer vond dat ik er niet bij ben en dat maakte me verdrietig want dat vind ik ook. Gelukkig komen ze volgende week weer thuis. Ze gaan dan nog een week naar Friesland, maar dan mag ik ook mee. Onze vaders en moeders zijn ook vrienden. De vader en moeder van Daan moeten na die week weer werken en dan gaan mijn vader en moeder twee weken in hun caravan in Friesland. Daan gaat dan ook mee.' De jongen, Robin heet hij, is inmiddels rechtop komen zitten. Hij moet dus nog een week wachten. Ik denk dat een weekje wel te doen moet zijn, maar dat is de gedachte van een volwassene. Voor Robin is het een eeuwigheid, hoewel hij vertelt dat er deze week nog een neefje van hem uit Amsterdam komt logeren, maar die heeft andere interesses als Daan. 'Die is voor Ajax en Daan en ik voor FC Utrecht. Maar we gaan wel lekker pannenkoeken eten als Wesley komt.' Maar hij verheugt zich toch het meest op volgende week als hij met zijn ouders en Daan naar Friesland gaat. 'Vorig jaar mocht ik met ze mee naar de Ardennen, maar dit keer ging er een nichtje van Daan mee en was er geen plek.' Nu hij een beetje aan de praat is lijkt zijn verveling wat minder geworden te zijn. Hij vertelt over de vakantie van vorig jaar in België en dat hij en Daan zoveel lol gehad hebben. 'We stonden met de caravan op een mooie camping en we gingen dan altijd samen boodschappen doen in de campingwinkel. We hadden eerst wat Franse woordjes geleerd, maar dat was helemaal niet nodig want op de camping spraken ze allemaal Nederlands. De meeste mensen op de camping waren ook Nederlanders. Ik ben al vaker met de ouders van Daan mee geweest als ze een weekend met de caravan naar Friesland gingen. Ze staan dan altijd vlakbij een meer en dan gaan we ook wel eens zeilen en zwemmen. We nemen ook altijd onze fietsen mee want je kunt daar ook lekker fietsen.' Robin kijkt enige tijd voor zich uit en ziet zich in gedachten natuurlijk weer aan de Friese wateren. Ik zeg hem dat je daar in de winter ook fijn kunt schaatsen en dat doet hem ook weer glunderen want schaatsen doet hij in de winter ook vaak met Daan op de ijsbaan, maar niet in Friesland. Ik vertel hem over de Elfstedentocht, die hij natuurlijk alleen uit de verhalen kent want de laatste was in 1997. 'Misschien gaan we ook een dagje naar Leeuwarden, want dat is de Culturele Hoofdstad van Europa dit jaar en daar is van alles te doen', vertelt hij wijs. Als zijn moeder langsfietst roept hij haar. Ze komt naar het bankje toe en geeft hem een stevige zoen. Met de fiets aan de hand wandelen ze samen opgewekt naar huis.

Maerten