Omar Nabhan wil graag met zijn vrouw en zoon een nieuw bestaan opbouwen in Nederland.
Omar Nabhan wil graag met zijn vrouw en zoon een nieuw bestaan opbouwen in Nederland.

Omar Nabhan: Syriër in Maartensdijk

Algemeen Algemeen

door Marijke Drieenhuizen

Omar Nabhan (30 jaar) woont samen met zijn vrouw Ghina Kabane en hun zoontje Ramez sinds oktober 2016 in Maartensdijk. Hij is geboren en opgegroeid in Aleppo. Aleppo is een grote stad met voor de oorlog 2,7 miljoen mensen. Het is één van de oudste steden ter wereld en wordt al 8.000 jaar bewoond.

Omdat het daar niet meer veilig voor hem was en hij zich bij de vechtende partijen moest aansluiten, is hij gevlucht naar Turkije. Daar heeft hij ruim een jaar in een vluchtelingenkamp gewoond. Vervolgens is hij met een boot vertrokken naar Griekenland en met de trein naar Nederland gekomen. Ook hier heeft hij weer bijna een jaar in een kamp gewoond.

Al in 1951 heeft de Verenigde Naties (VN) het Vluchtelingenverdrag aangenomen. Dit verdrag is een specifiekere uitwerking van artikel 14 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Hierin staat dat 'een ieder het recht heeft asiel te zoeken en dat te genieten'. In 2000 heeft de VN via een speciale resolutie 20 juni uitgeroepen tot Wereld Vluchtelingen Dag. Hiermee willen zij wereldwijd meer begrip kweken en aandacht vragen voor de noodzaak om vluchtelingen te beschermen. Via Letty Berk, maatschappelijk begeleider bij het Steunpunt Vluchtelingen De Bilt, kwam Omar Nabhan in beeld. Zijn verhaal is een verhaal zoals veel jonge Syrische mannen zouden kunnen vertellen.

Situatie in Syrië
'Aleppo was een prachtige stad', vertelt Omar Nabhan. 'Ik heb er gestudeerd, werktuigbouw en elektrotechniek en dan de automatiseringskant. Ik woonde er met mijn ouders en broertje in een groot huis dat 600 jaar geleden gebouwd is. Nu bestaat het huis niet meer. Alle mensen leefden samen in Aleppo. Er werd niet gekeken naar welk geloof je had. Wij zijn moslim en onze buurvrouw was een christen. Tijdens een operatie hebben haar kinderen bij ons gelogeerd en hebben wij voor hen gezorgd. Dat was normaal. Wij dachten niet dat de oorlog Aleppo zou bereiken. Helaas gebeurde dat wel en moest er gevochten worden. De oorlog heeft alles omgedraaid. Mensen leven niet meer samen en maken elkaar nu dood om aan eten te komen. Vroeger was alles goedkoop, nu is alles duur. De rijke mensen zijn slecht en de arme mensen zijn goed. Mijn ouders en broertje wonen er nog. Dat is moeilijk. Ook zij hebben vaak honger. Elke twee dagen heb ik contact met ze en als het slecht gaat, mijn vader is ziek, soms wel vier keer per dag. Ik wil ze graag helpen maar dat kan niet. Alleen bellen'.

Asielprocedure
Als asielzoeker in Nederland krijg je met veel verschillende organisaties te maken. Je moet eerst naar het aanmeldcentrum van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in Ter Apel. Daar word je geregistreerd door de Vreemdelingenpolitie (AVIM). Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) zorgt voor opvang, eten en leefgeld. 'Ik ben eerst vijf dagen naar Budel gestuurd en daarna zes maanden naar de Koepel in Haarlem. Vervolgens werd ik statushouder en werd er een huis geregeld in Maartensdijk en kreeg ik een uitkering. Over tweeëneenhalf jaar krijg ik een Nederlands paspoort. Nu kan ik niet naar mijn ouders, ik mag alleen reizen in Europa'. Omar Nabhan studeert veel om de Nederlandse taal goed onder de knie te krijgen en hij helpt zijn vrouw. Die vindt het echt heel moeilijk en zij moet ook de inburgeringscursus nog halen. 'Het is een moeilijke taal, maar het gaat al wel een beetje. Syrische mensen schamen zich snel. Ik schaam mij ook omdat mijn Nederlands nog niet goed is. Als dat beter gaat, wil ik werk gaan zoeken. Liefst in de richting van mijn studie. Misschien moet ik dan eerst nog studeren, maar dat is goed. Als ik daarna maar kan werken en voor mijn gezin kan zorgen. Ik doe nu een beetje vrijwilligerswerk bij een boer en krijg gratis melk. Gratis is goed, toch? Ben al beetje Nederlander'.

Maartensdijk
Hij vindt de rust in Maartensdijk fijn. De mensen zijn aardig, ook al kent hij er nog niet veel. 'Omdat ik nog niet werk en veel mensen in Maartensdijk wel kom ik ze doordeweeks niet tegen. Op zaterdag wel maar op zondag is het hier saai. Dan zie je weinig mensen, dat vind ik jammer'. Boodschappen doet hij graag op de Kanaalstraat in Utrecht. Daar is een winkel van iemand uit Aleppo. 'Ik had een rijbewijs maar dat is hier niet geldig. Ik heb 25 rijlessen gehad en de instructeur dacht dat ik wel zou slagen. Ik heb geen grote fout gemaakt maar ben niet geslaagd. Nu heb ik er geen geld meer voor en ga ik met de bus. Dat is wel duur'. Omar Nabhan wil in Nederland blijven. 'Ik ga hier samen met mijn gezin een nieuw leven opbouwen. Sinds de oorlog zijn mensen in Syrië minder lief voor elkaar. Ik ga niet meer terug. Misschien kan ik, als ik meer geld heb, mijn ouders hierheen halen voor een vakantie. Ik heb ze al vijf jaar niet gezien. Ik mis ze heel erg, net als de rest van mijn familie'.