Links Hannie Dorr, achter Martien Brinkman en rechts Xasaxa genieten van de voordracht van PieterJan Mellegers.
Links Hannie Dorr, achter Martien Brinkman en rechts Xasaxa genieten van de voordracht van PieterJan Mellegers.

Lezing door Martien Brinkman

Algemeen Algemeen

door Henk van de Bunt

In zijn nieuwste boek Dichtbij het onuitsprekelijke schudt de Biltse theoloog Martien Brinkman zijn professorale veren af. Op vrijdag 1 juni presenteerde Brinkman dit boek bij boekhandel Bouwman aan de Hessenweg in De Bilt.

Vanaf 19.30 uur was er inloop met koffie, speelde saxofoonkwartet Xasaxa in en ontvingen de vijf prijswinnaars van de Vierklank-lezersactie het boek, waarna zij zich anoniem onder het publiek konden begeven. Tewin van den Bergh (boekhandel Bouwman) en Martien Brinkman verzorgden hierna een korte introductie over poëzie en religie, waarna Brinkman korte inleidingen verzorgde over Vasalis, Hoornik, Knibbe en Andreus. Hannie Dorr en PieterJan Mellegers lazen gedichten en het saxofoonkwartet wisselde steeds de 'spreekmomenten' af. Tewin van den Berg leidde later een 'gelegenheid tot gedachtewisseling' en sloot de door plm. 70 personen bezochte bijeenkomst tenslotte af.

Over de dichters
Brinkman: 'Vaak verwoordt Vasalis haar ontoereikendheid om dieper in de werkelijkheid door te dringen'. Ed Hoornik heeft zijn blijvende populariteit waarschijnlijk vooral te danken aan het gedicht 'Op school stonden ze...' Het laatste gedicht in het verzameld werk van Hester Knibbe kan wellicht als een samenvatting van Knibbe's levensinstelling worden gezien. Als 'stenograaf van het licht' geeft Hans Andreus er voortdurend blijk van in het licht iets groters te zien dan zijn eigen licht.'

Taaldwang
Martien Brinkman: 'Nu de taaldwang van een geloofsgemeenschap is weggevallen, zien we veel dichters ieder voor zich in hun eigen woorden het werkelijkheidsgehalte van hun eigen bestaan aftasten. Zo af en toe wordt er aansluiting gezocht bij het taalveld van de christelijke overlevering, maar vaker wordt juist de vrijheid ten opzichte van dat veld maximaal benut. Dat komt de originaliteit van hun poëzie ten goede, maar maakt de duiding gecompliceerder. In de twintigste en eenentwintigste eeuw is religie buiten haar kerkelijke kaders getreden en dat heeft ook gevolgen voor de religieuze taal. Als het religieuze geen aparte wereld meer belichaamt, geldt dat ook voor de religieuze taal; er is geen aparte religieuze taal meer'.

Uitingen
Religie kan volgens Brinkman niet alleen in de poëzie maar ook in andere kunstvormen, zoals de film en de beeldende kunst een heel uiteenlopende en daardoor ook vaak een moeilijk te herkennen uitdrukkingsvorm krijgen: 'De constante in al die kunstuitingen is dat in de ogen van kunstenaars veel zaken in onze wereld soms ineens een andere dimensie kunnen krijgen. In het geval van dichters gaat het dan om iets dat ze niet meer in hun dagelijkse omgangstaal kunnen benoemen. Naar die uitingen ben ik in dit boek op zoek gegaan. Dat loonde zich, kan ik wel zeggen. Vaker dan ik verwacht had, stuitte ik op uitingen die zich van traditionele religieuze uitingen onderscheiden, maar daar wel vaak heel dicht tegen aanliggen. De lezer komt het oordeel toe of ik dat al of niet overtuigend heb kunnen laten zien'.