Het gezelschap bereikt het Maertensplein, waar muziekvereniging Kunst en Genoegen bij de vlag koralen speelt.
Het gezelschap bereikt het Maertensplein, waar muziekvereniging Kunst en Genoegen bij de vlag koralen speelt.

'Verzetsstemmen moeten zwijgen op 4 mei'

Algemeen Algemeen

door Henk van de Bunt

Tijdens de Nationale Herdenking op 4 mei werden de Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en oorlogssituaties en vredesmissies nadien herdacht.

Bij de herdenking in Maartensdijk leverden tijdens de bijeenkomst in de St. Maartenskerk wethouder Madeleine Bakker-Smit, Andries van Amerongen en Bertine Oostveen-de Rooy in verhalende vorm bijdragen. Er waren muzikale bijdragen van Aalt van de Beek (altviool), pianist Arthur Bouma en het Algemeen Zangkoor Maartensdijk.

Madeleine Bakker: 'Wij staan even letterlijk stil: er is 2 minuten stilte om te denken aan hen die voor onze vrijheid gevochten hebben en het grootste offer hiervoor hebben gegeven: hun leven. Hoe wrang is het dan dat er gisteren in Amsterdam een kort geding heeft gediend over het besluit van de gemeente Amsterdam om geen lawaaidemonstratie toe te staan bij de nationale dodenherdenking op de Dam vandaag op 4 mei. Lawaai op de dag van 2 minuten stilte in 2018, 'het jaar van verzet'. Hiermee krijgt verzet een andere lading en betekenis dan het nationaal comité bedoeld heeft. Het recht op demonstreren, verbaal verzet plegen, is in onze grondwet en het Europees verdrag voor de rechten van de mens verankerd. Actievoerders beroepen zich op dit recht om hun stem te laten horen, sterker nog: lawaai te maken en verzet te plegen op de dag dat wij in stilte het verzet in een geheel andere betekenis centraal stellen. Dankzij het verzet, dat in de Tweede Wereldoorlog gepleegd is, hebben demonstranten anno 2018 het recht hun verzetsstem te laten horen. Uit respect voor de offers die daarvoor gedaan zijn zouden juist die verzet-stemmen moeten zwijgen op 4 mei 2018'.

Landstormers
Andries van Amerongen vertelde over de oorlogsherinneringen van zijn grootvader Arie van Amerongen (1936), die woonde op boerderij De Avond, achter in Maartensdijk: 'In de eerste oorlogsjaren was het vrij rustig in Maartensdijk, maar in grote huizen en/of boerderijen werden Duitse soldaten ingekwartierd. In boerderij De Avond, kwamen 15 Duitse soldaten van de verbindingstroepen. Ze verbleven in de 'mooie' voorkamer. Goed opgeleide mannen die in Duitsland posities zoals leraar bekleedden. De meesten waren, op een enkele na, tegen de oorlog. Ze hadden vrouw en kinderen. Daarnaast nog 50 'landstormers' in het achterhuis. Landstormers was een eenheid van de Waffen-SS waarin veel Nederlanders dienden. De soldaten van de verbindingstroepen en de 50 landstormers mochten elkaar niet. Dat bracht spanningen met zich mee. Onze familie, maar ook de omgeving, had last van de landstormers'.

Aan alles
Bertine Oostveen (kleindochter van Wim de Rooij): 'Opa, Waaraan merkte je eigenlijk dat het oorlog was? Die laatste vraag daar wist mijn opa direct een antwoord op: 'aan alles'. Je leefde niet meer het leven dat je gewend was maar het leven ging wel gewoon door. Aan het begin van de oorlog liet Nederland polders onder water zetten om zo de Duitsers tegen te houden. Daarom moesten de koeien bij mijn opa op de boerderij tijdelijk geëvacueerd worden. De koeien werden over het land naar veiligere en vooral droge gebieden gebracht. Mijn opa moest dat doen met een aantal andere jongens en mannen. Hij weet nog goed hoe ze een heel stuk moesten lopen, met een stok in de hand om de koeien op te jagen. Onderweg zagen ze dat er overal kanonnen werden neergezet, zeker in het gebied rondom de Ruigenhoek. Helaas mocht deze maatregel niet baten en capituleerden de Nederlanders. Er waren wel mensen die de Duitsers tegenwerkten. Zo zat de vader van mijn opa bij het verzet. Alleen heeft hij bijna niets verteld hierover tegen mijn opa. Misschien ook maar goed, zo kon je je niet verspreken. Nu is hij 92 jaar, hij is er bij vanavond, hij heeft zijn leven opgepakt en heeft samen met oma, 4 kinderen, 16 kleinkinderen en 16 achterkleinkinderen gekregen. Hij heeft de gebeurtenissen een plek kunnen geven. Maar nog altijd komen bij tijd en wijle gedachten boven. Laatst nog werd hij 's nachts wakker en hoorde zijn moeder met een heldere stem roepen: 'Spaar hem, want ik heb maar één zoon!'

Samen verder gaan
Het slotwoord werd uitgesproken door pastor Gerard de Wit: 'Ik was 11 toen het begon; nog even, een half jaar en ik ben 90. Mijn herinnering is intussen veranderd; we zagen in 1945 een nieuwe tijd aankomen, maar wat mooier zou zijn werd soms bitter. We baden dat we nooit meer angst zouden hoeven hebben niet voor onrecht, niet voor verraad, dat niet langer het belang van de een de dood van de ander zou kunnen zijn. Maar is de verschrikking van die wereldoorlog niet al lang overtroffen als je alles bij elkaar optelt wat er intussen links en rechts op de wereld is gebeurd? We hoopten op welzijn, het werd vooral welváárt, we hoopten op vrede, maar er kwam steeds weer oorlog de honger verdween niet, maar verplaatste zich alleen. Hoe kunnen we de toekomst in?' De Wit nodigde uit tot een gang naar het Maertensplein: 'Het wordt tijd. Laten we op weg gaan, in stilte; laten we de doden eren, de slachtoffers herdenken en samen verder gaan'.

Op het Maertensplein las Rhodé van Ettekoven een gedicht Gerdine van der Meijden (die verhinderd was).
In stille tocht wordt de afstand van de St. Maartenskerk naar het Maertensplein afgelegd.
Anne van Renswoude droeg in het kerkgebouw een gedicht voor.
De Nationale Herdenking in Maartensdijk werd een mooie bijeenkomst met een indruk makende stilte rond de vlag op het Maertensplein om acht uur.