Van voor naar achter Malou, Senna, Laura en Zoë waren allen naar de rotonde op de Groenekanseweg bij het industrieterrein (een karakteristieke kleine rotonde waar het fietsverkeer in twee richtingen toegestaan is) gekomen.
Van voor naar achter Malou, Senna, Laura en Zoë waren allen naar de rotonde op de Groenekanseweg bij het industrieterrein (een karakteristieke kleine rotonde waar het fietsverkeer in twee richtingen toegestaan is) gekomen.

Hans van der Rijst over rotondes

Algemeen Algemeen

door Henk van de Bunt

Laura, Malou, Senna en Zoë zijn nichtjes en vriendinnetjes. Ze wonen vlak bij elkaar - in Bilthoven en Den Dolder - en spelen vaak samen. In Bilthoven woont hun lieve oppas-opa Hans, die prachtige tekeningen en het verhaal van het drietal van commentaar voorzag en bundelde in een boekje 'Het Knuffelbeestje'.

Het is bijna vier jaar geleden, dat Hans van der Rijst over de boekjes vertelde. Inmiddels zijn er vier boekjes verschenen. Nu was er weer contact: 'Nu gaat het over rotondes. Naar mijn mening zijn situaties op de kleine rotondes in De Bilt zorgelijk te noemen, aldus Hans van der Rijst. 'Er is al vaker aandacht voor de rotondes in De Bilt gevraagd. Er is een reden om dat weer te doen. Bijna ongelukken zijn er regelmatig.

Goede
'Eerst iets ten goede, de doorstroming van het verkeer is verbeterd. Het zwarte randje is de toegenomen kans op ongelukken. Als voorbeeld de rotonde op de Groenekanseweg bij het industrieterrein. Een karakteristieke kleine rotonde waar het fietsverkeer in twee richtingen toegestaan is. De automobilist die van vanaf het Dr. Letteplein de rotonde nadert krijgt te maken met een verkeersstroom van auto's uit één richting en vijf stromen van fietsers. Vanaf links, één op de rotonde vanaf de tegenover liggende kant, die stroom voegt zich samen met de stroom vanaf de Biltse Rading en fietsers die voor de automobilist van links achter komen. Aan de rechterkant komen fietsers van rechtsachter en gewoon van rechts vanaf het fietspad langs het industrieterrein'.

Richting
'Veel fietsers en automobilisten geven geen richting aan, dat vraagt onnodige aandacht van degene die wil invoegen op de rotonde. Het gevolg is dat de bewegingen van de weggebruikers pas duidelijk zijn op afstanden van 3 tot 4 meter. De gemeente heeft gelukkig een waarschuwend verlichtingssysteem gerealiseerd. Overdag werkt dat systeem uitstekend. Maar hoe zit dat als het donker is en het regent?'

'Op oude tweebaanswegen en in veel straten staan de lantarenpalen te ver uit elkaar. De lichtbundels belemmeren dan het zicht op verkeer voorbij de lichtbundel (bijvoorbeeld een wielrijder zonder verlichting en reflectoren, of een overstekende voetganger).

De rotonde-signaal-verlichting zorgt voor een lichtgordijn in het donker waardoor de wielrijders slechter zichtbaar zijn. Er is pas iets te zien als de auto de verlichting passeert'.

Verbeteren
Wat kan er nog verbeteren? Wielrijders moeten verlichting en reflectoren op orde hebben. Richting aangeven helpt ook. Vooral snorfietsers en brommers die van achter de invoegende auto komen zijn op het allerlaatste moment pas zichtbaar, daar moeten ze rekening mee houden Automobilisten moeten richting aangeven, dat helpt echt. Tenslotte zou de gemeente op de rotonde een gedimde nachtverlichting kunnen realiseren.'

Hans van der Rijst schreef er een gedicht over:

Rond om

Zijn vriendin verliet hem die dag,
haar liefde was niet groot genoeg.

Die dag, een dag van ontluistering.
De bestuurder noemde het kamikaze.
Zichtbaarheid is niet omkeerbaar
voegde de deskundige toe.
De psycholoog wijtte het aan zijn
puberbrein dat geen gevaren ziet.

Die dag droeg hij zwarte kleding,
reed op een zwarte fiets,
geen verlichting, geen reflectoren.

Regen, de zon nog lang niet op.

Die dag had hij voorrang,
ook tegen de klok in.
Hij zag de lichten van de auto,
bleef zelf ongezien,
nu blijvend in een rolstoel.

Die dag verweet de rechter hem nalatigheid.

Zijn woede en onbegrip was ongekend,
een verloren toekomst.

Die dag is lang voorbij.
Een grillig pad bracht hem bij vandaag.
Deze nieuwe dag,
hoorde hij vogels zingen,
rook het lentegroen,
voelde de milde zon op zijn huid.
Een schuchter begin,
van de zoektocht naar
een nieuw perspectief.