24 regiogemeenten willen wetswijziging

Algemeen Algemeen

De maatschappelijke noodzaak van een goed huursegment voor huishoudens met een middeninkomen wordt landelijk erkend. Gericht op regulering van dit segment is per 1-7-2017 de wet gewijzigd. Op basis hiervan kunnen huurwoningen bestemd worden voor huishoudens met een middeninkomen, voor tenminste 10 jaar. Daarbij hebben gemeenten de mogelijkheid om de maximale aanvangshuurprijs te bepalen in een gemeentelijke verordening. De wetswijziging was bedoeld om doorstroming te bevorderen. Dat effect blijft echter uit: de bestaande regeling mist namelijk een tweetal belangrijke bepalingen. Met deze actie willen de 24 gemeenten dat herstellen.

Op de eerste plaats willen zij een bepaling toevoegen voor een minimale woningoppervlakte. Die ontbreekt, waardoor er nu veel kleine woningen (tot 40 m2) worden aangeboden voor relatief hoge huren (ruim 1.000 euro of hoger per maand). Deze huurwoningen zijn niet alleen klein maar ook veel duurder dan sociale huurwoningen (tot 710,68 euro per maand). Gevolg is dat huishoudens met een middeninkomen in een sociale huurwoning blijven en de huishoudens met een laag inkomen het nakijken hebben. Daarnaast ontbreekt in de huidige regeling de mogelijkheid om te sturen op doelgroepen in de midden-categorie (doorstromers, spoedzoekers, starters).

De 24 regionale gemeenten willen deze 2 ontbrekende zaken alsnog publiekrechtelijk vast kunnen leggen. Daarom hebben zij in het kader van de 17e tranche Crisis- en herstelwet het kabinet verzocht om de experimentstatus toe te kennen voor een regeling gericht op deze twee onderwerpen. De gemeenten willen hiermee de doorstroming vanuit het schaarse sociale huursegment naar woningen in het middensegment bewerkstelligen. Verder zien zij kansen om mensen met een middeninkomen makkelijker aan grotere woonruimte te helpen en starters binnen de gemeenten goed te faciliteren. Daarnaast kunnen spoedzoekers (bijvoorbeeld in geval van scheiding) snel binnen de regio betaalbare huisvesting vinden van een goede basiskwaliteit.

Naast de 24 participerende gemeenten in deze aanvraag heeft de gemeente Utrecht een brief voor het Ministerie van Infrastructuur en Milieu opgesteld die dit regionale initiatief ondersteunt. De deelnemende gemeenten zijn: Amersfoort, Baarn, Barneveld, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, IJsselstein, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Nijkerk, Oudewater, Soest, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg en Zeist.