Ria Hüfner uit Bilthoven met een van de tweeënzeventig rode rozen die in vazen bij het monument worden gezet.
Ria Hüfner uit Bilthoven met een van de tweeënzeventig rode rozen die in vazen bij het monument worden gezet.

Waardige herdenking Japanse capitulatie in Bilthoven

Algemeen Historie

door Guus Geebel

Dinsdag 15 augustus vond in aanwezigheid van commissaris van de Koning Willibrord van Beek bij het oorlogsmonument naast gemeentehuis Jagtlust de tweeënzeventigste herdenking van de capitulatie van Japan plaats. De plechtigheid waarvoor vanwege de regen een tent was neergezet trok honderden belangstellenden.

Het harmonieorkest Kunst en Genoegen uit Maartensdijk verzorgde onder leiding van Frans de Graaf de muzikale omlijsting. Kevin van 't Veld blies het signaal Taptoe. Na een welkomstwoord van Rómulo Döderlein de Win van het herdenkingscomité hield burgemeester Sjoerd Potters een toespraak en vertelde de Groenekanner Luuk van der Linden en auteur van het boek Tjampoer kind, een verhaal over zijn ervaringen in de kampen tijdens de Japanse bezetting en de invloed daarvan op zijn verdere leven.

Verhalen
Burgemeester Potters benadrukt, net als in zijn toespraak bij de herdenking op 4 mei, het grote belang van persoonlijke verhalen. 'Herinneringen die wegsterven wanneer de vertellers van de verhalen er niet meer zijn, tenzij we de verhalen levend houden en de generaties na ons stimuleren dat ook te doen.' Hij vertelt over kunstenares en schrijfster Anne Groen die de wereld in die tijd aanschouwde met de ogen van een kind. 'In haar verhalen lezen we wat er gebeurt met de onbevangenheid van een kind in de hectiek van het leven in het vrouwenkamp Lampersari.' De burgemeester citeert uit haar persoonlijke verhalen. 'In een fragment geeft zij op onnavolgbare wijze woorden aan haar gevoelens van toen en beschrijft ze hoe die doorwerken in de rest van haar leven.' De burgemeester ziet de verhalen van Anne Groen als een veelzeggende uitnodiging om het verleden levend te houden. 'Anne laat zien hoe het leven rijk en vervuld kan zijn na een haast onmenselijke start.' Het doet hem denken aan de tekst van oud-burgemeester en dichter-schrijver Louis de Bourbon op het oorlogsmonument in Oss. 'Er is geen duister of het licht keert weer. Anne laat dat in haar leven zien en geeft het verleden, hoe duister het ook is, aan ons door. Het licht keert weer als we haar beeldende kunst op ons laten inwerken.'   

Oorlog
Het leven van Luuk van der Linden begint in 1940 met zijn geboorte in het Carolus Ziekenhuis in Batavia. De bedienden van zijn ouders kregen toen toestemming om voor dertig inheemse genodigden een slamatan, een godsdienstige offermaaltijd, te organiseren. Het hoogtepunt hierbij was, onder het uitspreken van heilige teksten, het begraven van een karbouwenkop op het voorerf. 'Zo zou voor mij als pasgeborene het kwade in deze wereld worden afgewend.' Zijn vader werd in december 1941 opgeroepen voor herhalingsoefeningen bij het Indische leger. Hij hoorde 7 december 1941 op de radio over de aanval van Japan op Pearl Harbour. 'De gouverneur-generaal van Nederlands-Indië deelde toen mee dat Nederland de oorlog aan het keizerlijke Japan had verklaard. Dat vond men een moedige beslissing, maar op 8 maart 1942 moest worden gecapituleerd voor de grote Japanse overmacht.'

Drie moeders
'Mijn vredige tijd op deze aardbol met de kans op een normale opvoeding was verkeken. Een niets en niemand ontziende oorlog zou het verloop van mijn leven bepalen tot op de dag van vandaag.' De Europese mannen werden geïnterneerd en van de vrouwen gescheiden. Luuk van der Linden zou zijn vader bijna vier jaar niet zien. Die overleefde de concentratiekampen, maar omdat hij een keer een Japanse officier niet groette werd hij met de kolf van een geweer meermalen hard op het hoofd geslagen. Mede als gevolg daarvan overleed hij veertien jaar na de oorlog. Luuk werd in de oorlogsjaren opgevoed door drie moeders. Moeder, tante en oma. Hij verbleef in verschillende kampen. 'De atoombommen op Hiroshima en Nagasaki leidden op 15 augustus 1945 tot de totale overgave van Japan.' Van der Linden vertelt hoe kort daarna de Nederlandse vlag werd gehesen en massaal het Wilhelmus gezongen. 'Bij het horen van dit lied denk ik altijd even terug aan dat emotionele moment.'

Gedicht
De ontmoeting met zijn vader vond pas weer in november 1945 plaats en was heel anders dan hij zich had voorgesteld. Luuk van der Linden vertelt onder meer over zijn schooltijd in Bandoeng. 'Telkens als ik bij een herdenking ben vraag ik me af wat ik herdenk.' Hij houdt het er dan bij dat het gaat om alle slachtoffers die gevallen zijn bij het vermijden van politiek en religieus onbegrip en agressie. 'Op 15 augustus gedenk ik de nederlaag van de Japanse cultuur met een leefstijl van samoerai, van ongelimiteerd eervol doorvechten tot de dood. Ik herdenk de talloze slachtoffers die noodzakelijk zijn geweest om de wending te bewerkstelligen. Ik herdenk vooral ook de moeders en plaatsvervangende moeders die niet alleen zichzelf, maar ook hun kinderen leerden overleven.' Luuk van der Linden eindigt zijn verhaal met een gedicht:

Zintuig, blik

ik zie mij hulpeloos als kind

ik hoor mij huilen in de wind

ik voel mijn onmacht, ik ben bang

ik proef weer tranen op mijn wang

ik ruik aan wat ik niet kan zijn

ik denk chaotisch, ik ben klein.  

Kranslegging
Commissaris van de Koning Willibrord van Beek legt namens de provincie Utrecht de eerste krans bij het monument. Vervolgens leggen burgemeester Potters en wethouder Madeleine Bakker namens het gemeentebestuur een krans, gevolgd door Luuk van der Linden en zijn echtgenote. Daarna leggen leden van de Bond van Wapenbroeders bloemen. Na het Taptoesignaal en twee minuten stilte speelt Kunst en Genoegen twee coupletten van het Wilhelmus. Daarna gaat de halfstok hangende vlag in top. Tweeënzeventig aanwezigen plaatsen vervolgens een rode roos in vazen bij het monument. Voor elk naoorlogs jaar één. Als vertegenwoordiger van de vierde generatie plaatst de negenjarige Jeremy van der Velde er een witte roos tussen, als symbool voor de toekomst en de hoop. Sera de Groot van het herdenkingscomité dankt alle aanwezigen. Dan begint het defilé langs het monument, waarna de herdenking wordt afgesloten.

Als symbool voor toekomst en hoop plaatst Jeremy van der Velde een witte roos tussen de rode rozen.
De herdenking trok weer veel betrokkenen en belangstellenden.
Commissaris van de Koning Willibrord van Beek plaatst de eerste krans.
Burgemeester Sjoerd Potters tijdens zijn toespraak.
Bloemen en kransen bij het monument.