Pasen op 't bankje

Algemeen Op het bankje

Het is bijna Pasen en dat betekent dat de natuur ontwaakt en de lente overal zichtbaar gaat worden. Het frisse groen komt weer aan de takken van bomen en lentebloemen gaan tuinen en parkjes weer fraai opsieren. Het is rustig in de straat waar ik op het bankje zit. Wel hoor ik overal geluiden van vogels die druk in de weer zijn hun nesten te bouwen, want er moeten weer eieren gelegd worden. De lentezon heeft al wat kracht en schijnt behaaglijk op mijn gezicht. Ik geniet ervan en de vogelgeluiden klinken als muziek in de oren. Het voelt als een heel vredige wereld en het maakt me soezerig. Mijn ogen worden steeds kleiner en met een tevreden gevoel dommel ik weg en val in diepe slaap. Ik droom van kippen die hun hoogseizoen beleven want voor het Paasfeest moeten er veel meer eieren dan normaal worden gelegd. Nog nooit zag ik zoveel kippen bij elkaar. Ik zie één grote sierlijke witte haan die duidelijk de leiding heeft. Hij dirigeert statig met veel gezag de kippen naar de leghokken en ze doen precies wat hij zegt. Er zijn allerlei soorten kippen, witte, bruine, bontkleurige, grote, kleine, kortom het is een heel gevarieerd gezelschap. De krielkippen zijn heel speels en hebben de meeste lol, maar hun eieren zijn klein. Je ziet de grote kippen met een meewarige blik naar de kleine eitjes kijken. Bij kippen maken witte of bruine eieren geen verschil, vooral niet met Pasen, want dan worden de meeste toch beschilderd. De krielkippen hebben hun eigen leider. Als een parmantig pittig baasje probeert de vele maten kleinere krielhaan tegen de grote haan op te kukelekuen. Hij heeft natuurlijk geen schijn van kans. Het is een wondere wereld die ook wel wat op de mensenwereld lijkt. Er zijn ook vluchtkippen die uit een kippenslachterij zijn ontsnapt. Ze  worden door de andere kippen liefdevol opgevangen. Met een schok word ik plotseling wakker van twee kwebbelde vrouwen die naast me zijn komen zitten. Ik kijk ze met een waarschijnlijk verbaasde blik aan, want ik was nog half in de kippenwereld. De dames lijken in de verste verte niet op kippen. Ik denk wel dat hun gekakel mijn droom heeft veroorzaakt. Ze kijken me glimlachend aan. 'U was ver weg hè', zegt een van de vrouwen. Ze zien er fris en fruitig uit en zijn allebei gekleed in een outfit dat past bij deze mooie lentedag. Langzaam kom ik weer terug in de mensenwereld. Ik vertel ze mijn droom over de kippenwereld en de bedrijvigheid die daar heerste in verband met het naderende Paasfeest. Ze kijken me nieuwsgierig aan en willen graag horen wat er allemaal gebeurde. Ik vertel ze wat ik gedroomd heb en fantaseer er nog maar wat bij. Zo zeg ik dat een grote witte leghorn tegen een krielkip zei dat haar eieren tien cent duurder waren dan die van de krielkip, waarop die zei dat ze voor dat dubbeltje niet uitgescheurd wilde raken. De vrouwen schateren het uit. Ze vertellen dat ze met hun gezinnen naar een Paasbrunch gaan en Tweede Paasdag naar de woonboulevard. 'Dat is bij ons al jaren traditie en altijd dolle pret. Ze zijn buren en zo te merken gaan ze goed en vaak met elkaar om. 'Wij zeggen altijd een goede buur is beter dan een verre vriend.' Ik vraag ze of ze ook nog eieren gaan verven en verstoppen. 'Eigenlijk wel een goed idee, hè Wilma. Leuk ook voor de kleintjes.' Maar Wilma vindt de Paasbrunch en de woonboulevard wel genoeg. Buurvrouw Jacqueline is het daar eigenlijk ook wel mee eens.

Maerten