Ruzie 'op 't bankje'

Algemeen Op het bankje

Twee jonge vrouwen zijn bij me komen zitten en kijken net als ik naar een paar wat oudere dames die op straat schreeuwend ruzie maken. Waar het over gaat is niet duidelijk, maar aan de verwensingen die over en weer klinken te horen maak ik op dat het een fikse ruzie is. Als ze merken dat wij verbaasd naar ze kijken draaien ze zich plotseling om en gaan ieder een andere kant op. Een van de vrouwen komt onze kant op maar loopt zonder naar ons te kijken met een vuurrood hoofd langs. 'Sjonge jonge, ik was bijna opgestaan om te vragen of ze dat niet op een andere plek hadden kunnen doen', zegt een van mijn bankgenoten. 'Nou', zegt de andere, 'ik hoop niet dat het buurvrouwen zijn, want dan kunnen ze beter de Rijdende Rechter inschakelen. Maar het kan natuurlijk ook familie van elkaar zijn.' De andere vrouw moet lachen om de veronderstellingen. 'Nou ja, dan is er nog het programma Familiediner waar ze naartoe kunnen. Dan hebben wij het beter getroffen.' Ik kijk haar nieuwsgierig aan en daarom legt ze me het uit. 'Mieke en ik zijn buren en hebben nog nooit woorden gehad.' Aan haar stralende gezicht is te zien dat Mieke het er helemaal mee eens is. 'Ik zou ook niet weten hoe je kwaad op Helma zou kunnen worden.' Ze vertelt dat het meteen klikte toen ze twaalf jaar geleden hun nieuwbouwwoning betrokken. Ze hebben allebei twee kinderen op de basisschool en werken ook allebei parttime. 'We hebben het zo geregeld dat er altijd een van ons voor de kinderen aanwezig is. Helma voelt voor mij net als een zus en die heb ik altijd graag willen hebben. Zij heeft twee jongens en ik een jongen en een meisje, dat heel goed met de jongens uit de voeten kan. Ze zit op voetballen en dat doen ze ook vaak samen.' Vandaag zijn de buurtjes wezen shoppen en hebben in de stad geluncht. Opeens komt de andere ruziemakende vrouw onze kant op. Als ze langs het bankje loopt kan Helma het niet nalaten tegen haar te zeggen: 'Al een beetje afgekoeld?' Ik schrik er een beetje van want gelet op de fikse ruzie zo-even zou ze er boos om kunnen worden en vragen waar ze zich mee bemoeit. Maar de vrouw lijkt inderdaad al weer te zijn afgekoeld. Ze blijft staan en zegt: 'Sorry hoor dat ik me zo op straat heb laten gaan. Ik ben na de ruzie naar mijn dochter gegaan en toen ik vertelde wat er gebeurd was kreeg ik van haar de wind van voren. Ben je helemaal gek geworden had ze gezegd. Je hebt maar één zus en ruzie maken over iets onzinnigs dat pik ik niet. Ik moest van mijn dochter mijn zus bellen om te zeggen dat het me speet en dat ik het goed wilde maken. Maar dat vertikte ik natuurlijk en toen heeft mijn dochter de telefoon gepakt en haar gebeld. Mama wil iets tegen je zeggen, zei ze en drukte de telefoon in mijn hand. Ik stond helemaal perplex maar heb toch maar sorry gezegd.' We zijn er helemaal stil van op het bankje, maar natuurlijk ook nieuwsgierig naar het vervolg. 'Afijn, ik heb gevraagd of ik even langs mocht komen en nu ga ik een bloemetje kopen en naar haar toe.' Ze verontschuldigt zich nogmaals voor haar gedrag en voordat we iets hebben kunnen zeggen is ze weg. Helma pinkt een traantje weg en ook Mieke is zichtbaar ontroerd door het verhaal. Met een tevreden blik en stijf gearmd gaan de buurtjes huiswaarts.

Maerten