Lia en J'ørn Copijn in hun huis voor een unieke plantenwand uit 1890.
Lia en J'ørn Copijn in hun huis voor een unieke plantenwand uit 1890.

Al 250 jaar groene genen bij Copijn

Algemeen Natuur & Milieu

door Guus Geebel

Op vrijdag 28 oktober werd bij de 'duizendjarige linde' tijdens een receptie op het erf van de boerderij van Minie Arissen in Achterberg, gemeente Rhenen, het boek 'Het Groene Goud, 50 jaar boomverzorging in Nederland' gepresenteerd. J'ørn en Lia Copijn en Marina Laméris zijn de auteurs van dit fraai vormgegeven en rijk geïllustreerde boekwerk.

Het eerste exemplaar werd gepresenteerd aan de voorzitter van de Bomenstichting Leen van der Sar en het tweede exemplaar aan Martijn van der Spoel, voorzitter van de Kring Praktiserende Boomverzorgers (KPB). De receptie met de presentatie van het boek werd een groot feest met 120 genodigden in een verwarmde tent met leuke zitjes, vlakbij de beroemde lindeboom. De boom was vijftig jaar geleden ten dode opgeschreven en het toen net gestarte bedrijf van Allrik en J'ørn Copijn wist de boom te behouden. De werkzaamheden die zij daarvoor verrichtten trokken destijds veel belangstelling. Ook de toen 22-jarige Lia Schukking die in Wageningen studeerde, was er met de fiets heengegaan om te kijken hoe het ging. J'ørn: 'We zaten koffie te drinken toen een mooie blonde dame binnenkwam. Ik kende haar wel, maar nu sloeg opeens de vonk over en we kregen een relatie.'

Kelten
De lindeboom stond op het terrein van kasteel Levendaal, een van de kastelen die Utrecht tegen de boze Gelderlanders moest beschermen. Het kasteel lag direct achter de Grebbeberg vlakbij de grens met Gelderland. Toen het terrein boerenland werd was de boom beschermd en mocht dus niet gekapt worden. 'De boom zal altijd een duizendjarige boom blijven heten, omdat er geen geschiedschrijving van bestaat', vertelt J'ørn Copijn. 'Wel is bekend dat de boom uit de Keltische tijd is. De Kelten hadden een verering voor bomen, want hun goden woonden in de bomen. De godin Freya woonde in de lindeboom, De god Thor in de eik. Dat waren eigenlijk de Noord-Europese natuurbomen waar alle vieringen omheen werden gehouden en recht werd gesproken.'

Boomspecialisten
De operatie van de lindeboom in Achterberg was het begin van een nieuwe trend in Nederland. De historische en ecologische waarde van oude bomen werd weer erkend. De lindeboom van Achterberg was het begin van het bedrijf Gebroeders Copijn Boomchirurgen, dat J'ørn Copijn met zijn in 2007 overleden broer Allrik in 1966 begon. 'We hebben heel veel mensen opgeleid om bomen te verzorgen.' In 1994 werd het bedrijf verkocht. In 2006 begonnen J'ørn en Lia met Copijn Bruine Beuk, een klein ontwerp- en adviesbureau. 'We adviseren en voeren uit, waar we mensen voor inhuren.' Het bureau geeft ook aan de gemeente De Bilt veel boomadviezen. J'ørn Copijn heeft 25 jaar geleden als autodidact staatsexamen gedaan en is gediplomeerd landschapsarchitect. De groene genen worden nog steeds doorgegeven. Hun dochter Sonja is met Bee Miles actief met het promoten van bijvriendelijke beplanting. 'De natuur is voor insecten erg arm geworden. De grootste nectarbron vind je nu in het stedelijk gebied.' In de jaren zestig was J'ørn bestuurslid van de Biologisch-dynamische vereniging. 'We zijn altijd met de natuur bezig geweest en in onze tuin is nooit een korrel gif terechtgekomen.'

Vernieuwing
Op enthousiaste wijze vertelt J'ørn Copijn over zijn familiegeschiedenis. Hij stamt uit een geslacht dat al 250 jaar in Groenekan woont en werkt als boomkweker. 'Vanaf 1763 is bekend dat er hier Copijns werkten en door generaties heen is dat uitgegroeid. Er is steeds gezocht naar vernieuwing.' Nadat in de achttiende eeuw vestingwerken niet meer nodig waren werden op die plaatsen parken aangelegd en bomen geplant J'ørn Copijn vertelt respectvol over Frans Fontaine die in 1950 begon als hoofd plantsoenendienst in Eindhoven en verantwoordelijk is voor de aanplant van veel bijzondere bomen. 'Het ging hem niet alleen om het bloeihout of de bladkleuren in de zomer maar ook om de herfstkleuren. In die tijd werden ook nieuwe soorten ontdekt.' De vader van J'ørn studeerde biologie. Hij werd kunstschilder en schilderde natuur. Lia Copijn is in Amsterdam geboren en studeerde in Wageningen tuin- en landschapsarchitectuur. Zij studeerde af toen ze al twee kinderen had. Lia werkte na haar studie bij de Grontmij. 'Ze was voor ons in het begin een onbezoldigd meedenker', vertelt J'ørn. 'Toen er opdrachten kwamen om tuinen te ontwerpen kwam Lia ook in het bedrijf.'

Bezichtigen
De totstandkoming van het boek heeft twee jaar geduurd. 'Samen met Marina Laméris hielden we elke vrijdagochtend redactievergadering. Dan bespraken we in uitstekende samenwerking een aangeleverd gedeelte en maakten dat klaar voor publicatie.

Tijdens de presentatie van het boek op 28 oktober ontving Minie Arissen als dank voor de gastvrijheid een schilderij van Selma Copijn, de oudste kleindochter van J'ørn en Lia Copijn. Daarop staat de boerin bij de oude lindeboom afgebeeld. De boom op het erf van de boerderij van de familie Arissen, Levendaalselaan 6 in Achterberg is te bezichtigen. Het boek, Het Groene Goud, 50 jaar boomverzorging in Nederland, is bij alle boekwinkels te verkrijgen.