Ds. J. Arendsen (1946 - 1955) was de laatste predikant die in de Blauwkapelse pastorie woonde. Zij opvolger (ds. B. Haverkamp 1957 - 1967) was de eerste bewoner van de pastorie aan de Groenekanseweg.
Ds. J. Arendsen (1946 - 1955) was de laatste predikant die in de Blauwkapelse pastorie woonde. Zij opvolger (ds. B. Haverkamp 1957 - 1967) was de eerste bewoner van de pastorie aan de Groenekanseweg.

De Pastorie van Blauwkapel

Algemeen Historie

door Henk van de Bunt

Op de oude kadastrale kaarten van de gemeente Maartensdijk ziet het dorp Blauwkapel eruit als een streekdorp, dat door de aanleg van fort Blauwkapel en de aanpassing van het oorspronkelijke wegenpatroon in twee stukken wordt verdeeld: namelijk het deel van het dorp dat is gelegen binnen de verdedigingswerken van het fort, het z.g. fortdorp, én de lintbebouwing langs de Voordorpsedijk, vanaf de fortgracht tot aan de grens met de gemeente de Bilt.

Het fortdorp omvatte in 1843 de kerk, de pastorie, twee boerderijen, vervolgens het schoolhuis en tenslotte twaalf woningen. Naast de predikant en de schoolmeester woonden er in dit deel van het dorp een winkelierster, een slager, een kleermaker, een schoenmaker en een bakker. Daardoor nam het fortdorp binnen het gehele dorp Blauwkapel de belangrijkste plaats in. Het fungeerde in die tijd min of meer als dorpscentrum. Hier ging men ter kerke, bezocht de jeugd de school, kocht men brood, vlees en kruidenierswaren en liet men zijn schoenen en kleding maken. Dit gold niet alleen voor de inwoners van het dorp Blauwkapel maar ook voor veel Groenekanners.

Gehuchten
In 1843 werd Groenekan beschouwd als een gehucht met weinig inwoners, dat kerkelijk en voor vele andere voorzieningen tot het dorp Blauwkapel behoorde. De gemeente Maartensdijk bestond toen uit de twee dorpen Maartensdijk en Blauwkapel en de vijf gehuchten Achter Wetering, Nieuwe Wetering, Groenekan, Zwarte Water en Biltstraat. Het fortdorp was niet veel meer dan een kleine verzameling van diverse gebouwen met een kerkje, stallen, schuren, hooibergen en al wat verder bij een boerendorp hoorde. Daarnaast was er veel ruimte en behoorden een paar mooie huizen tot de gebouwen van het fortdorp.

Kerk en Pastorie
Eeuwenlang bezochten de Groenekanners de kerk in Blauwkapel. De kerk van Blauwkapel was in het tweede deel van de oorlog niet meer toegankelijk voor kerkgangers, omdat de Duitsers het dorp en fort tot militair gebied hadden verklaard. Daardoor moesten de Groenekanse kerkgangers naar elders (Groenekan) uitwijken. Bovendien was na de oorlog de kerk zo beschadigd, dat terugkeren naar de oude situatie niet alleen ongewenst, maar ook feitelijk onmogelijk was. Men heeft toen zelfs overwogen om de kerk af te breken en, omdat dit de kleinste gotische kruiskerk van Nederland is, die te herbouwen in het openluchtmuseum in Arnhem.

Later
Na de Tweede Wereldoorlog boog een bouwcommissie onder voorzitterschap van toenmalig burgemeester Schuller zich over de bouw van een nieuwe Nederlands hervormde kerk voor Groenekan. Deze zaalkerk werd gebouwd in1952. De bouwkosten werden onder meer opgebracht door de verkoop van de zogenaamde kerkschapen. Kerkgangers kochten een lam, lieten deze door een boer grootbrengen en schonken de winst na verkoop aan de kerk. In 1956 kreeg hetzelfde architectenbureau de opdracht om een pastorie en een aanbouw aan de kerk te realiseren. Deze pastorie ligt schuin achter de kerk, aan de linkerkant (Groenekanseweg 68).

Bronnen: Tijdschrift St. Maerten (Historische vereniging Maartensdijk), verzameling G. Blankenstein, Anne Holvast, Koos Kolenbrander, Bestemmingsplan Groenekan 2009 van de gemeente De Bilt. Foto's uit de verzameling van G. Blankenstein en Rienk Miedema.

De huidige bewoners vonden destijds, dat de schoorstenen een soort ‘bekroning’ verdienden. Dit is het ontwerp van een viertal evenwichtskunstenaars, die balanceren op een viertal horizontale ‘touwen’. Het zijn dus eigenlijk vier koorddansers.
Volgens de huidige bewoner is de naam Stadshoek ongetwijfeld gekozen, omdat dit huis het laatste huis is van de gemeente Utrecht, voor je de gemeente De Bilt in fietst. De noord- en oostzijde van fort Blauwkapel grenzen nl. aan de gemeente de Bilt. De huidige bewoner van Stadshoek is ook actief bij het organiseren van grootschalige activiteiten op het fort en geeft daar in een historisch uniform rondleidingen.