Leerlingen leggen bloemen bij het monument.
Leerlingen leggen bloemen bij het monument.

Traditionele overdracht Herdenkingsmonument

Algemeen Jeugd

door Walter Eijndhoven

De overdracht van het Herdenkingsmonument bij Jagtlust door de leerlingen van groep 8 aan de leerlingen van groep 7 van de Groen van Prinstererschool is inmiddels traditie. Na de ontvangst door burgemeester Arjen Gerritsen in de oude raadszaal van Jagtlust gingen de leerlingen naar buiten en werden bloemen neergelegd bij het monument.

Via de rode loper werden alle leerlingen ontvangen op het oude gemeentehuis. Tijdens zijn speech vertelde Gerritsen over het belang van het monument en waarom wij de herinnering aan de oorlog levend moeten houden, juist ook bij jongere generaties. Gerritsen: 'Elk jaar hebben wij een paar ouderen te gast, die de jeugd vertelt over hoe het in de oorlog was, hoe zij overleefden. Eén van die ouderen was Maartje Balk. Ieder jaar was zij betrokken bij de overdracht van het monument. Helaas is zij niet meer in ons midden, zij is begin dit jaar overleden. Daarom hebben wij de heer De Wolf gevraagd of hij de leerlingen iets wil vertellen over zijn ervaringen in de oorlog. Gelukkig stemde hij toe'. Ook Karel Beesemer, oud-wethouder van De Bilt, wilde zijn ervaringen graag delen met de plaatselijke jeugd.

Verzet
Tijdens de overdracht vertelden Eva, Maud, Quinten en Stijn, leerlingen van groep 8, van alles over de geschiedenis van het monument. Iedereen luisterde aandachtig naar hun verhaal. Zo vertelden zij: 'Het monument bij Jagtlust is gemaakt door Jaap Kaas, een Amsterdamse beeldhouwer, geboren in 1898. Hij studeerde in Amsterdam aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Vanwege zijn voorliefde voor dieren, was hij in zijn jonge jaren vaak te vinden in Artis. In 1958 werd 'zijn' monument bij het voormalige gemeentehuis onthuld, ter nagedachtenis aan de oorlog. In het monument staan de elf Biltse verzetstrijders die in de Tweede Wereldoorlog ondergronds hun werk deden'. Op de vraag van Gerritsen of de leerlingen ook in het verzet zouden gaan tijdens een oorlog, kwamen diverse antwoorden, variërend van 'ja, dat zou ik doen', tot 'nee, dat durf ik niet', volgens Gerritsen is dit laatste een normale reactie. Het gros van de burgers durft niet in verzet te gaan.

Suikerbieten
Na de inleiding van de vier leerlingen deed de heer De Wolf zijn verhaal: 'Ik was drie toen de oorlog uitbrak, dus ik weet niet alles, maar bepaalde gebeurtenissen zijn mij natuurlijk altijd bij gebleven. Ik ben geboren in Rotterdam. Iedereen weet dat deze stad in de oorlog vrijwel is platgegooid. Toen de sirenes gingen, moest ons hele gezin in allerijl naar de schuilkelder. Na de bombardementen konden wij de kelder niet verlaten, omdat alles was ingestort. Mijn moeder raakte in paniek. Gelukkig heeft de brandweer ons kunnen bevrijden. Nog steeds heb ik last van de sirenes. Iets wat de jeugd van tegenwoordig zich niet kan voorstellen. Elke eerste maandag, als de sirenes afgaan, huiver ik toch weer even. Dan hoor ik die vliegtuigen weer overkomen, dat ronken van die motoren. Vooral die keren dat zij zo laag overvlogen dat ik alleen de buik zag van een vliegtuig, vlak over het dak van ons huis. Ook was er in die tijd weinig te eten en moesten wij overgaan op paardenbloemblaadjes, suikerbieten en voedsel uit de gaarkeuken, een soort pap'. De vader van De Wolf zat in het verzet. De Wolf vertelt: 'Ik mocht niet laten blijken dat mijn vader 'mijn vader' was. Nee, ik moest hem altijd de heer Schaik noemen. Hij werkte voor mijn moeder. Helaas is hij toch door iemand verraden en werd opgepakt'.

Westerbork
Ook Karel Beesemer deed zijn verhaal, iets dat hij al sinds 2010 doet voor leerlingen op diverse scholen binnen gemeente De Bilt. Beesemer: 'Aanleiding hiertoe was mijn boek 'Hoe heette ik ook alweer?' Dit boek lag ook bij het herinneringscentrum van Westerbork. Naar aanleiding van dit werk werd ik gevraagd om gastlessen te geven op scholen en om dit boek te herschrijven voor kinderen. Dat heb ik dus gedaan, in de hoop dat zij hiervan iets opsteken'.

Na de inleidingen ging de hele groep naar de Wall of Honour in het gemeentehuis. Op deze Wall kunnen geïnteresseerden een boodschap achterlaten. Na de overdracht door groep 8 aan groep 7 werden door alle leerlingen bloemen neergelegd bij het monument.

Naast Eva, Maud, Quinten en Stijn vertelde ook burgemeester Arjen Gerritsen het nodige over het monument.