Afbeelding

De kerk van Westbroek

Algemeen Bilts Historisch Museum

Verloren gegaan venster in de kerk van Westbroek. Er was een band tussen Oostbroek en Westbroek. Henrica van Erp schreef:  Op de 11e juli van het jaar 1545 stierf graaf Willem van Rennenberg op zijn kasteel te Zuylen. Hij werd gebalsemd. Zijn hart werd begraven in de slotkapel van Zuylen, zijn ingewanden te Westbroek en zijn lichaam te Oostbroek op de 23ste van de genoemde maand juli.

Ooit was er in de kerk van Westbroek een raam met de afbeelding van deze Rennenberg en zijn graf met zijn ingewanden. Voordat het vernietigd werd. Het was de Utrechter Aernout van Buchell (1565-1641) die in deze Monumenta tekende wat verwoest werd om de herinnering voor het nageslacht levend te houden. Zoals dit raam. Zie ook: http://www.hetutrechtsarchief.nl/collectie/handschriften/buchelius

10.2 Een muurschildering in de kerk van Westbroek, vroege zestiende eeuw. Een van de drie doden waar drie levende ruiters van schrikken. Deze kerk bewaart de herinnering aan de Slag bij Westbroek van 1481. Tot de oudste cultuurschatten uit de afgelopen negen eeuwen De Bilt de behoren de muurschilderingen in deze kerk. Men ziet op de kerkmuren een Laatste Oordeel en doden die levenden vermanend toespreken.

Deze schilderingen zijn kort na 1481 gemaakt, toen de dorpelingen diep onder de indruk waren van een op hun grond uitgevochten oorlog: de Hoekse en Kabeljauwse twisten. De grote wereld van oorlog en geweld was binnengedrongen in Westbroek.  Een dorp van boeren en ontginners op gronden, die relatief kort daarvoor door een vorige generatie ontgonnen waren. In een bron van 500 jaar geleden leest men:

'Op St. Stevensdag 26 december 1481 trokken de Hollanders uit het Gooi naar Utrecht op: vier tot vijfduizend weerba­re mannen. Ze deden heel Westbroek in vlammen opgaan, op de huizen van kraamvrouwen en stervenden na. Toen het bericht hiervan Utrecht bereikte, luidde men de noodklok. De burgers en huursoldaten liepen ordeloos de stad uit, wie het hardst liep vond zichzelf het dap­perst. Bij Westbroek gekomen, verzamelden zij zich om de Hollanders aan te vallen. Deze stonden op het veenland. Bij het zien van de overmacht vluchtten de Utrechters weer terug. Toen de Hollanders dat zagen zetten ze de achtervolging in. Kinderen van burgers, huursoldaten en plattelanders. Het aantal doden werd op1500 geschat. Dat heeft een goede ziel mij ver­teld die de  twee dagen lang tussen de lijken naar haar man had gezocht. Sommige doden lagen onder het ijs en leken zo  de levenden aan te kijken. Veel slachtoffers  werden in Westbroek begraven, zo verminkt dat ze onherkenbaar waren. De doden die nog te identificeren waren, werden binnen de stad Utrecht gebracht en op de Neude gelegd, als vissen op een toonbank.'

10.2 Muurschilderingen in de kerk van Westbroek
Een van de voor de drie doden schrikkende levende ruiters. Fresco kerk Westbroek.
De zes polderheiligen.
De verdoemden worden gekookt