Het gemeentehuis van Westbroek in 1943. (foto Karien Scholte)
Het gemeentehuis van Westbroek in 1943. (foto Karien Scholte)

Kind in de oorlog

Algemeen Historie

Karien Scholten vertelde tijdens de dodenherdenking in de kerk in Westbroek iets over Bevrijdingsdag, de dag dat er oorlog uitbrak in Westbroek. Karien: 'Dit thema is jaren uit de weg gegaan vanwege de gruwelijke herinneringen en de schuldvraag. Het verhaal dat ik voorlas staat gegrift in het geheugen van een 11-jarig meisje van toen. Zonder haperen beschreef zij de gebeurtenissen alsof het gisteren was. Omdat twee-derde van de jeugd (11-30 jaar) in ons dorp het drama van Bevrijdingsdag niet kent werd besloten om samen met hen de contrasten van die dag te herdenken op 4 mei'.

5 mei 1945, Bevrijdingsdag, de dag dat er in Westbroek oorlog uitbrak. Het drama van die dag brandde een litteken in het geheugen van het 11 jarig meisje van toen:

'Heel verschrikkelijk was het. Ik dacht: 'm'n laatste uur heeft geslagen'. 's Morgens was de knecht van bakker Jongeneel langsgekomen op de fiets. Hij riep: 'Vlaggen uit, vlaggen uit!' Ik zie 'm nog fietsen… Mijn moeder kón de vlag niet meer uithangen. Ze had van het blauw van de vlag rokken voor mij en mijn zusje gemaakt. Toen was alleen het rood en het wit nog over. Maar ik kreeg twee oranje strikken, in elke vlecht één. Het was feest in het dorp. Dáár wilde ik heen met Koos en Piet Gertsen, mijn twee kleine buurjochies, evacués. Opgetogen liepen we naar het gemeentehuis. Onderweg zagen we Evert Blaauwendraad de stenen bikken van zijn boerderij. Die was tijdens de heftige herfststorm van 1944 ingestort. We zijn naar het gemeentehuis gelopen en daar stond een Duitse motor met zijspan voor de deur. Verder was er niks te zien…' 'Vrouw Mulder die daar woonde, stond voor de deur met een Duitser te praten. De Duitsers die in ons dorp waren ondergebracht waren ook blij dat de oorlog was afgelopen. Zij konden eindelijk naar huis, naar hun vrouw en kinderen. Maar vrouw Mulder zei: 'Kinderen, gaan jullie maar gauw naar je moeder hoor, want het is helemaal geen feest hier. Gauw naar huis! Het kon hier nog wel 'ns raak worden vandaag… '

Dog in 't Schild
'Snel liep ik met de jongens, ieder aan een hand, naar huis. We kwamen over de witte brug bij Franken en daar stonden twee ondergrondsen met een geweer in de aanslag. Ze stonden voor de boerderij van Stam Dog in 't schild en ze zeiden: 'Kinderen ga gauw naar binnen, ga gauw naar binnen, de Duitsers komen eraan!' Wij liepen snel naar de boerderij en waren nét bij de deur toen de eerste schoten al klonken. De deur stond open. We vlogen naar binnen. Door de gang keek je naar de keuken en daar stond de pap aan te branden, dat weet ik nog. Maar we hoorden steeds erger schieten. In huis was níemand. Buiten schoten ze zó. Het ketste af op de buitenmuur. We kwamen op de deel, maar er was helemaal niemand te zien. Toen ging er een ruit stuk door een kogel…'

Grup
'Ik zei: 'Laten we maar gauw in de stront gaan liggen'. De koeien waren die dag net naar buiten gegaan en er zat nog van een dag stront in de grup. We wilden er net inkruipen toen de zijdeur open ging. De evacué had ons gehoord. 'Kinderen, wat doen jullie hier, kom gauw, kom!' Toen liepen we met hem mee en moesten zo strak mogelijk tegen de muur van het achterhuis gaan staan. Terwijl we daar stonden reed er ineens, over de witte brug, een grote tank. Die schoot precies langs ons heen, naar de boomgaard achter de boerderij. Iemand zei: 'Kom gauw mee, gauw naar de schuur'. Het stro stond daar opgestapeld langs de kanten en daar moesten we achter kruipen. Ik kan me nog herinneren dat de boer uit zijn kiel een briefje haalde en dat deed 'ie in de haverton. Eén van die briefjes van de ondergrondse, dacht ik. We zaten daar langs die muur en de vrouw van de evacué achter mij in het stro zegt: 'Kind, je hebt nog oranje strikken in! Doet ze gauw uit!' Ik trok direct allebei de strikken uit mijn haar en deed ze in het zakje van m'n onderrok. Ik dacht, het gaat helemaal mis hier. En toen kwam er héél laag een vliegtuig over. Nou is het helemaal verloren, dacht ik, nou gaan ze nog bombarderen ook. Maar die vloog toevallig over natuurlijk.

Soldaten
In één keer werd de deur open getrokken en waren er Duitse soldaten met geweren, met zo'n bajonet erop. Ze zeiden: 'Draus Schweinhunden' en 'Händen hoch'. Toen moesten we allemaal naar buiten. Die Duitser zal ook wel gek gekeken hebben, want d'r kwam een hele reut naar buiten. De boerenfamilie met de kinderen, die evacués met hun kinderen en wij drieën. De boerin huilde zó verschrikkelijk. Ze had de jongste op haar arm, die was nog zo klein. Die Duitsers gingen in de schuur zoeken. Ik zie nog hoe er één in de haverton stak met z'n geweer… Toen moest de boer mee en die evacué. Wij liepen de keuken in en daar zag alles zwart van de aangebrande pap. Vanuit de woonkamer riep een meisje: 'O, moet je daar eens kijken'.

'Op de brug, voor het huis, lagen de twee ondergrondsen. Die waren dood geschoten. Toen zei de vrouw van die evacué: 'Kinderen, gaan jullie maar naar huis. Je moeder weet niet waar jullie blijven!' Maar ik had het hart niet dat ik over die brug ging met die dode mensen, want daar moest je tussendoor lopen, verschrikkelijk! Toen bracht die vrouw ons over de brug en zei: 'Ga nou maar gauw naar je moeder, hoor'. Daar gingen we. 't Was heel stil op de weg, ik weet het nóg. Toen we bij Struik waren kwam er een Duitse soldaat aan op een kar met een wit paard ervoor. We werden weer heel bang en renden de schilderwerkplaats binnen. Daar zat een Duitser die gewond was en die waren ze aan het verbinden. En toen zei Struik: 'Kinderen, wat doen júllie hier. Ga gauw naar je moeder!' Dus daar waren we ook al niet welkom. Koos en Piet woonden bij onze buren in, dus gingen we daar heen. Vrouw Gertsen zei tegen me: 'Nou, wat er bij jullie is, ik weet niet of er nog íemand leeft hoor. Ze hebben zó verschrikkelijk geschoten bij jullie...'

Vlechten
'Mijn moeder vertelde later: 'Ik zie je nog staan. Je keek heel angstig door het raam, je haren wild in de war, want je vlechten waren uit gegaan'. Ze waren er allemaal nog! Tijdens de oorlogsjaren hadden mijn broers met hun vrienden van alles verzameld, ook pamfletten van de Engelsen en gestolen waar van de Duitsers. Dat lag op de stalkamer en dat hadden die Duitsers gevonden. Op zoek naar de jongens hebben ze toen door de hooiberg en door de schuur heen geschoten. Toen mijn broers die avond thuis kwamen wisten ze niet wat ze hoorden, konden het niet geloven. Zij hadden zo'n leuke dag gehad. Ze hadden bij tante Mien en oom Jan langs de Straatweg in De Bilt staan kijken hoe de Canadezen en de Engelsen met hun tanks van Zeist naar Utrecht reden. Het was daar groot feest en ze hadden van alles binnengehaald'.

Vaartweg
Alle mannen uit het dorp waren die dag afgevoerd naar de Hervormde school langs de Vaartweg, ook mijn vader en evacué Frans. Opa was thuis gebleven; die was te oud. De hele school was propvol; ze konden niet eens allemaal zitten. Ik was zó bang, maar aan het eind van de middag wilde ik toch uit alle geweld mee om brood te brengen, want ze hadden daar niks te eten. Weer moesten we langs die dode mensen. De Duitse soldaat die erbij stond schopte ernaar en zei: 'Dat zijn nou jullie bevrijders'. Omdat de mannen niet thuis waren gingen mijn moeder en mijn zus 's middags samen de koeien melken en later ook die van de buren. Alles met de hand. Uiteindelijk kwamen de mannen pas 's avonds laat en de volgende dag weer thuis'. Het werd ook in Westbroek echt vrede. Maar zonder de elf veelal jonge mannen van hier en uit Duitsland die op die dag de dood vonden. Het lijkt zo lang geleden, 70 jaar, maar de herinnering is nog zó heftig.

Kranten
En nog altijd getuigen kranten van oorlogsgeweld. Van onschuldige mensen in grote angst, op de vlucht… niet in staat om een einde te maken aan het geweld dat hún wereld beheerst. Wat kan ónze rol hierin zijn? Het liefst laten wij onze kinderen opgroeien in harmonie. Met zorg begeleiden we ze naar volwassenheid, waar zij in vrijheid hun eigen keuzes kunnen maken. Naar een geluk dat zij door kunnen geven aan hún kinderen. Die hoop hebben ook de mensen die leven in de brandhaarden in de wereld. Welke keuzes kunnen wíj maken die leiden tot vrede en welzijn voor iedereen.

Een foto uit 1930 van de voormalige Hervormde School langs de Vaartweg. De Burgemeester Huydecoperweg heette vroeger de Kerkeindsevaartdijk of Vaartweg in Westbroek. Oudere Westbroekenaren spreken nog van ‘De Vaart’. (foto uit de verzameling van Rienk Miedema)
Dog in ’t Schild staat vlakbij de grens tussen de ooit zelfstandige gemeenten Achttienhoven en Westbroek. De naam van de boerderij stond op een smeedijzeren hek voor de boerderij en is door een van de vorige eigenaren, Egbert de Groot, bedacht. Later liet hij een huis links van de boerderij aan de dr. Welfferweg 25 bouwen om te gaan rentenieren, dat thans ‘Op ’t Nippertje’ heet. (uit de verzameling van Rienk Miedema)