Lex van Boetzelaer (links) en Aad den Outer, die in 2011 'W. Foster aan een boom genageld' ontdekte.
Lex van Boetzelaer (links) en Aad den Outer, die in 2011 'W. Foster aan een boom genageld' ontdekte.

De beuk als boek

Algemeen Algemeen

Graffiti. .. Veel mensen zien het met lede ogen aan en beschouwen het als teken van verloedering in onze tijd. Maar is graffiti werkelijk een verschijnsel van de laatste tijd? Zeker niet; alleen de uitingsvorm is tegenwoordig anders. Wie tijdens het wandelen op landgoed Eyckenstein (en natuurlijk ook elders) op oude bomen let, ziet dat er op veel plaatsen in bomen gekerfd is.

door Henk van de Bunt

Lex van Boetzelaer en Aad den Outer wonen midden tussen de bomen. Een aantal jaren terug al wees Aad den Outer buurman Lex van Boetzelaer op een naam die in 1945 in een beukenboom achter aan de Eikensteeg ten noorden langs de Karnemelksweg in de omgeving van de gemeentegrens met de kern Lage Vuursche (Baarn) was gekerfd. Hij wilde er al eens eerder aandacht aan besteden en ontdekte daardoor ook belangstelling bij anderen hiervoor. Lex van Boetzelaer is geïnteresseerd in de microgeschiedenis van zijn omgeving en dook vol overgave in deze ontdekking: 'Het bijzondere van boominkervingen is dat deze vorm van graffiti soms veel langer dan een mensenleven zichtbaar blijft. Daarom was dit voornamelijk bij de vroegere vandalen natuurlijk zo in trek: hun namen en tekens werden letterlijk vereeuwigd'. Is deze vorm van graffiti nu verleden tijd? Zeker niet. Enkele wandeltochten leren dat er ook nu nog namen, hartjes en jaartallen in bomen achtergelaten worden, zij het niet zo vaak meer als vroeger. Misschien dat over honderd jaar wel weer iemand probeert te achterhalen wie dit wel gedaan zou kunnen hebben.

Beuk
Bijna altijd wordt de beuk als medium van de inkervingen gebruikt. Lex van Boetzelaer: 'Dat is omdat de beuk een gladde en dunne bast heeft en deze daardoor gemakkelijk in te snijden is. Bovendien blijft de inkerving in de beukenbast goed zichtbaar. Vergelijk bijvoorbeeld de ribbelige bast van een eik, waar voor de kerver volstrekt geen eer aan te beleven valt. Het is niet voor niets dat ons woord 'boek' van het woord 'beuk' is afgeleid. En met de inkervingen in de bast is de beuk tevens zelf ook een soort gastenboek, waarin menigeen een boodschap voor andere passanten en voor het nageslacht heeft achtergelaten'.

Verschil
Naast de overeenkomsten met de hedendaagse graffiti zijn er ook enkele belangrijke verschillen. Doordat het inkerven van boombasten een veel moeizamer proces is dan het bespuiten van muren, zijn de boodschappen altijd wat beperkter in omvang, geen grote tekeningen. Van Boetzelaer: 'In verreweg de meeste gevallen hebben de mensen hun initialen of hun naam ingekerfd en soms daarbij ook het jaartal of de datum waarop de inkerving is verricht. Dit is wel weer te vergelijken met de hedendaagse 'tag', de handtekening van de graffitischrijver. Daarnaast is de boodschap ook vaak een liefdesverklaring die vereeuwigd moet worden. We zien dan meestal een hart met een jongensnaam en een meisjesnaam, of alleen hun initialen. Of we zien de naam van het meisje waarop een jongen verliefd is. Een enkele keer valt de naam van een bekende voetbalclub te lezen. En bij zeer hoge uitzondering wordt er schuttingtaal gebezigd'.

Jaartal
Aad den Outer: 'Inkervingen met jaartal erbij zijn trouwens ook interessant voor onderzoek van andere inkervingen. Beukenbomen blijven namelijk in de dikte groeien. Naarmate een inkerving langer geleden verricht is, wordt een inkerving steeds breder uitgetrokken. Vooral wanneer indertijd bij een nog jonge boom gedaan is, die toen nog een lange groeitijd voor de boeg had. Zo kan men bij inkervingen zonder jaartal ook redelijk inschatten uit welke tijd ze ongeveer zijn. De oudste inkerving met jaartal welke op in deze omgeving vooralsnog gevonden is, is uit 1886, dus nu maar liefst 124 jaar oud. Er staat: 'E.S. 1886'. En bij de op één na oudste staat er twee maal onder elkaar: 'JLM 1898'. Wie de schrijvers hiervan geweest zijn, zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen'. Een bijzondere inkerving, waarachter het verhaal bekend is, is die van W.C. Foster. Voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog is Eyckenstein door de verschillende legers voor hun manschappen gevorderd geweest. Vanaf 20 juni 1945 waren de Canadese bevrijders in het landhuis gelegerd. Eén van hen was Luitenant W.C. Foster. De dag na hun aankomst is hij blijkbaar aan de wandel gegaan en heeft hij diep in het hem onbekende bos zijn naam in een beuk gekerfd, met daarbij de datum en het beeldmerk (een herten kop) van zijn legereenheid, The Seaforth Highlanders. Via een Canadese organisatie is deze man een paar jaar geleden in de boeken teruggevonden, maar op een oproep heeft hij niet gereageerd. Waarschijnlijk is hij al overleden.

Onderzoek
Het inkerven van bomen is natuurlijk niet toegestaan. Los van de veroorzaakte schade aan de bomen vormen inkervingen echter wel een boeiend onderwerp. Het zou interessant zijn als er eens verder onderzoek naar inkervingen wordt gedaan. Er is überhaupt heel weinig over dit onderwerp geschreven. Ondanks de vaak hoge leeftijden die beuken bereiken, hebben ook zij een beperkte levensduur. Sterft een beuk eenmaal, dan is er binnen de kortste tijd niets meer van het 'boek' in de beuk terug te vinden en verdwijnt dit soort geschiedkundige informatie. Vragen als 'Wie waren de schrijvers?', 'Wat was hun boodschap?', 'Wanneer is deze geschreven?' en 'Waarom deed men dat?' blijven dan voor altijd onbeantwoord.

Deze beuk langs de Ridderlaan is aan alle kanten volledig beschreven en bevat inkervingen, waarvan sommigen al uit de 19e eeuw stammen. (foto Lex van Boetzelaer)
Rondom beschreven beuk op de kruising van de Eikensteeg en de Karnemelksweg. Inkerving uit de 20e eeuw. (foto Lex van Boetzelaer)