Burgemeester Arjen Gerritsen tijdens zijn toespraak.
Burgemeester Arjen Gerritsen tijdens zijn toespraak.

Drukbezochte jubileumherdenking Japanse capitulatie

Algemeen Algemeen

In aanwezigheid van Commissaris van de Koning Willibrord van Beek vond zaterdag 15 augustus bij het oorlogsmonument naast gemeentehuis Jagtlust de zeventigste herdenking van de capitulatie van Japan plaats. Het motto van de herdenking was: 'Met opgeheven hoofd de toekomst tegemoet.'

door Guus Geebel

Het harmonieorkest Kunst en Genoegen uit Maartensdijk verzorgde onder leiding van Frans de Graaf de muzikale omlijsting, onder meer met arrangementen van Indische melodieën. Kevin van 't Veld blies het signaal Taptoe. Na een woord van welkom door Rómulo Döderlein de Win van het herdenkingscomité hielden burgemeester Arjen Gerritsen en Yaël Vinckx, journaliste en schrijfster van het onlangs uitgekomen boek De oorlog van mijn moeder, een toespraak.

Oorlog
'In ons nationale bewustzijn is helaas niet veel plaats voor de herdenking van de Japanse capitulatie en het einde van de bezetting van Nederlands Indië', aldus burgemeester Gerritsen. 'Er is ook weinig kennis van het feit dat de overgave van het Japanse leger in Azië niet een bevrijding was, zoals die in Nederland werd beleefd. Er is geen Bevrijdingsdag voor Nederlands Indië. Op 5 mei 1945 zal de Japanse overheersing nog maanden drukken op alle bewoners van Zuid-Oost-Azië.' Na de overgave van het Japanse leger gaat het geweld door. 'Deze oorlog na de oorlog, de Bersiap, leidt langs peilloos verdriet en onuitsprekelijke ellende uiteindelijk tot het gedwongen vertrek naar Nederland van honderdduizenden mannen, vrouwen en kinderen. Ondanks hun eigen verdrietige relaas, wordt hun duidelijk gemaakt dat Nederland zijn eigen oorlog heeft gehad en dat er geen ruimte of belangstelling is voor wat zij in dat verre Indië hebben meegemaakt.'

Troost
'Het einde van de Tweede Wereldoorlog in augustus 1945 is voor de mensen in Nederlands Indië geen bevrijding. Het is niet een nieuw begin. Het is geen vrijheid. Het is slechts een gebeurtenis in een veel langere periode van verdergaand verlies', vervolgt de burgemeester. 'Vandaag zeventig jaar geleden kwam er een definitief einde aan de Tweede Wereldoorlog. Dat is memorabel en eigenlijk ook feestelijk. Maar we mogen nooit vergeten dat deze dag ook een dag van verdriet is voor heel veel direct betrokkenen en hun nabestaanden. Wat deze mensen moesten meemaken, hoe miljoenen het leven is ontnomen, op welke onbeschrijfelijke manier mensen zijn onderdrukt en hoe degenen die dat alles overleefden daarna, vaak met geweld, zijn verdreven stemt somber en verdrietig. Diegenen onder u die dat betreft wens ik troost toe op een dag als vandaag.'

Held
'Mijn opa is een held omdat hij goed kan vlooien. Iedere zondag als we bij hem op bezoek gaan zit hij al aan tafel. Daar ligt een kleedje met daarop twee bekertjes en een handvol plastic muntjes. Onder luid gelach wippen opa en ik de muntjes in elkaars bekertje. Mijn opa overlijdt als ik twaalf jaar oud ben maar hij blijft lang mijn held', vertelt Yaël Vinckx. Langzamerhand verandert haar bewondering in nieuwsgierigheid. Was hij nu goed, of was hij nou fout. Drie jaar geleden besluit ze de familiegeschiedenis te beschrijven. 'Voor de meeste Nederlanders was in de zomer van 1945 de oorlog voorbij. Niet voor mijn familie. Die gaat met de Oranje terug naar Nederlands Indië. Maar het land lijkt in niets meer op het land dat in de jaren dertig was achtergelaten.'

Goed en fout
'In mijn tienertijd begin ik mij af te zetten tegen de verhalen die ik mijn hele leven had gehoord. Mijn opa is dan een dankbaar onderwerp. Vooral omdat hij aan de verkeerde kant van een foute oorlog heeft gezeten, want zo praat ik op dat moment over die tijd. Mijn ouders halen er hun schouders over op. Thuis wordt alleen over de vrolijke zaken die zich in Indië voordeden gesproken.' Toen Yaël eind jaren tachtig tegen haar moeder zei dat het logisch was dat Indonesiërs onafhankelijkheid en vrijheid wilden beet ze haar toe dat ze de mensen goed behandelden en zorgden dat ze te eten hadden. Toen ze de felbegeerde vrijheid kregen was er niets. 'De opvattingen die ik in die tijd had over goed en fout vinden we dezer dagen bij de herdenkingen en in de media ook terug. Weliswaar heb ik mijn eigen familiegeschiedenis onderzocht en hoewel ik dat grondig heb gedaan wil ik dat niet wetenschappelijk noemen.'

Kennis van nu
Er vallen Yaël Vinckx bij de berichten wel dingen op. 'Alsof de begrippen goed en fout zo eenvoudig liggen. Misschien moet je een oorlog hebben meegemaakt om dat te kunnen begrijpen.' Het valt haar ook op dat de context van een guerrilla buiten beschouwing wordt gelaten. 'Wat me ook ergert is het achteraf praten en oordelen met de kennis van nu. Achteraf kun je zeggen dat het verkeerd was, maar op het moment zelf waren ze vooral langzaam. Stonden ze hooguit aan de achterkant van de geschiedenis. Is mijn opa een held of is hij een man die in een foute oorlog aan de verkeerde kant stond. Dat laatste zeer zeker niet. Het beeld van de verkeerde kant in een foute oorlog is gekanteld.'

Kranslegging
Commissaris van de Koning Willibrord van Beek legt namens de provincie Utrecht de eerste krans bij het monument. Vervolgens leggen burgemeester Gerritsen en wethouder Hans Mieras namens het gemeentebestuur een krans gevolgd door Yaël Vinckx  en Rómulo Döderlein de Win. De Wapenbroeders leggen bloemen. Zeventig aanwezigen plaatsen daarna rode rozen in vazen bij het monument. Voor elk jaar dat de bevrijding nu duurt een roos. Als vertegenwoordiger van de derde generatie plaatst de vijftienjarige Aylan Menick er een witte roos tussen, als symbool voor de toekomst en de hoop. Na het Taptoesignaal en een minuut stilte speelt Kunst en Genoegen twee coupletten van het Wilhelmus. De halfstok hangende vlag gaat daarna in top. Sera de Groot dankt alle aanwezigen waarna het defilé langs het monument begint. Traditioneel wordt de herdenking afgesloten met koffie, thee, spekkoek en kue lapis.

Zeventig aanwezigen plaatsen een rode roos in vazen bij het monument.
Als symbool voor de toekomst en de hoop plaatst Aylan Menick een witte roos tussen de zeventig rode rozen.