Afbeelding

Technische Universiteit van Zwammerdam

Algemeen Algemeen

Mijn benzinetank was weer bijna leeg. Dus maar weer eens dat bekende ritje maken naar het benzinestation in De Bilt. 'Vergeet je de bonnetjes niet voor de handdoekenactie?', vroeg mijn vrouw. 'Komt voor elkaar, welke kleuren wil je hebben? 'Het is allemaal goed, als het maar geen paars is', was het antwoord. Wat ze tegen paars heeft is me een raadsel.

Door Karel Beesemer

Als rechtgeaard burger van dit land probeer je nooit teveel te betalen, dus ook niet voor de benzine. Ik heb goede ervaringen met dit tankstation. Niet alleen is de benzine daar als regel 'goedkoop', maar van tijd tot tijd hebben ze leuke acties. Speelballen tegen een spotprijsje of een badmintonsetje en dergelijke. Wat ik op mijn gevorderde leeftijd moet doen met een speelbal of een badmintonsetje, vroeg ik me maar niet af. Ik kan er immers altijd nog mijn kleinkinderen blij mee maken. Voor slechts één euro kon je kiezen uit diverse kleuren handdoeken. Onvoorstelbaar groot was de voorraad. De klanten maakten gretig gebruik van de actie. Elke keer dat mensen kwamen tanken kregen ze één bonnetje en met bijbetaling van slechts één euro kon je een handdoek meenemen. Ik had twee bonnetjes en de kleur blauw leek me wel wat.

'Sorry mijnheer', zei de benzine-kassa-juffrouw tegen me, 'de blauwe handdoeken gingen zo snel dat ze allemaal al op zijn'. Ik keek naar de enorme krat die terzijde stond en zag heel veel blauw. Dat zei ik dan ook tegen de benzine-kassa-juffrouw. 'Jammer voor u, maar dat zijn allemaal washandjes', zei ze. 'Geef dan maar groene, of hebt u die ook niet meer?'.

't Klonk wat bitser dan ik bedoelde! Groene handdoeken had ze nog genoeg en omdat ze toch wel zag dat ik liever blauw had gehad, deed ze er gratis twee blauwe washandjes bij! Ik was blij verrast en reageerde spontaan met: 'Geweldig, daar kan ik mee thuiskomen, mijn dag kan niet meer stuk!'.

Een stem vol tranen
Enigszins triest keek ze me aan en ze zei met een stem vol tranen: 'Mijn dag kan niet meer heel'. Deze reactie verraste me enigszins. Mijn voor de hand liggende vraag was dan ook: ' Hoezo? Komt dit doordat u geen blauwe handdoeken meer hebt of hebt u spijt van die twee gratis washandjes die u net aan mij hebt gegeven?'. Haar antwoord luidde: 'Nee, dat is het beslist niet. Het komt (terwijl ze op een manspersoon buiten wees) door die snuiter, die malloot daar. Die is al tijden op ons terrein en hij schiet iedereen die komt tanken aan met de vraag: 'Toen u ging tanken stond de benzinestand van de pomp wel helemaal op nul? Toen ik ging tanken begon de pomp niet op de nulstand, maar stond tie maar liefst op 0,02 euro. Een schande vind ik dat!'.

Malloot
Ik zag de ernst van de gebeurtenis niet zo in en dat was bij doordenken natuurlijk hartstikke fout. Voor de dame van de benzinepomp was het wel degelijk heel vervelend. Ze was gekrenkt, ze werd niet vertrouwd en die 'mallotige snuiter' had haar daar reeds heel agressief op aangesproken. Hij zou dit en hij zou dat. En de benzine-kassa-juffrouw keek, toen ze dit zei, nog triester dan ze toch al deed. Ik kreeg echt met haar te doen. Ze was duidelijk een gevoelige vrouw en daarvoor heb ik nu eenmaal een zwak.

Ik rekende af en liep naar mijn auto. En waarachtig, 'die snuiter' (zoals de benzine-kassa-juffrouw die mijnheer aanduidde) liep daar nog. Als een speer kwam hij op mij af. Zo op het oog mankeerde er niets aan de man. Onbegrijpelijk dat iemand zich zo druk kon maken. Druk maken om niets. Nou ja, natuurlijk niet helemaal niets, want twee eurocent is tenslotte wél twee eurocent. Door de woorden van de benzine-kassa-juffrouw was ik enigszins voorbereid op hetgeen ook mij te wachten stond. Met een schuin oog zag ik dat zij haar kassa had verlaten en naar ons toekwam. Was ze het zat en wilde ze eindelijk dat gedoe verder een halt toeroepen? 'Mijnheer, stond de meterstand van de pomp toen u ging tanken wel helemaal op nul?', was de vraag die ik al verwachtte, van 'die snuiter'. De benzine-kassa-juffrouw had ons bereikt en haar blik beloofde weinig goeds! Ik reageerde - zoals mij geleerd was - uiteraard keurig op de vraag: 'Mijnheer, het is heel normaal dat de stand van de pomp soms wel en soms niet bij het tanken begint op nul of op een heel klein beginbedrag van bijvoorbeeld twee cent. Dat heeft te maken met de wijze waarop een voorganger de slang heeft teruggezet. Dan kan er soms nog ergens een paar druppeltjes benzine zijn achtergebleven. En onder invloed van capillaire werking in relatie tot de snelheid van bewegen van de slang is het heel normaal dat de stand van de benzinepomp als zich een nieuwe benzinebehoeftige persoon aandient, de meter niet volledig op nul staat. Daar is, weet ik toevallig, diepgaand onderzoek naar verricht, maar de wetenschappers hebben tot op vandaag nog geen afdoende oplossing gevonden om dit levensgrote probleem te ondervangen. Het onderzoek op de Technische Universiteit van Zwammerdam is nog volop aan de gang. De laatste berichten luiden dat ze er bijna uit zijn'.

Toneelspeler
Zo'n toneelspeler ben ik doorgaans niet, maar de benzine-tank-juffrouw verzekerde me later dat ik dat nonsens verhaal met zoveel ernst had gebracht, dat ze er bijna in was gaan geloven! Dat deed me heus goed! Mijn verhaal sloeg dus absoluut nergens op. Het gehucht Zwammerdam bestaat weliswaar, maar bezit helemaal geen universiteit. Al vond ik de naam Zwammerdam in dit verband best wel aardig gevonden van mezelf! Kortom, ik stond enigszins verbaasd van mijn eigen geouwehoer. Maar... het had effect! Die als heer vermomde 'snoeshaan' mompelde iets als: 'Zo had ik het nog nooit bekeken' en hij spoedde zich eindelijk naar zijn auto om na weet ik hoeveel tijd te verdwijnen van dat benzinestation. De benzine-tank-juffrouw keek (dacht ik) dankbaar en bewonderend naar mij op en zei nog: 'Je zou hem toch wat!'. Toen scheidden ook onze wegen.

Ik voelde mij als een padvinder die zijn dagelijkse goede daad had verricht en met mijn twee gratis extra washandjes spoedde ik me trots naar huis. De rust was weergekeerd op het benzinestation...