Nelleke Rusche-Droste met haar dochter Josephine bij een herdenking van de Japanse capitulatie in Bilthoven.
Nelleke Rusche-Droste met haar dochter Josephine bij een herdenking van de Japanse capitulatie in Bilthoven.

Niets is meer vanzelfsprekend

Algemeen Algemeen

Na de aanval op Pearl Harbor verklaarde Amerika de oorlog aan Japan en kort daarna werd ook Nederlands Indië erbij betrokken. De eerste confrontatie met de oorlog had de elfjarige Nelleke Droste toen een begrafenisstoet met zestig kisten voorbij hun huis kwam. Het waren opvarenden van een Amerikaans vliegdekschip dat door een bom was getroffen.

door Guus Geebel

Nelleke werd in 1929 op het eiland Poeloe Samboe geboren. Het eiland in de Riouw-archipel ligt ongeveer tien mijl van Singapore in de Straat van Malakka. Op het eiland stonden grote oliedepots en haar vader werkte er als loods. Nelleke groeide op in een gelukkig gezin en kreeg toen ze vier was een broertje. De twee weken vakantie die haar vader per jaar had brachten ze altijd door aan het Tobameer op Sumatra. Na zes en een half jaar ging het gezin met verlof naar Europa. Ze trokken na een maand vakantie in Zwitserland in bij de oma van Nelleke in Leiden. Na het half jaar verlof ging haar vader alleen terug naar Nederlands Indië. Nelleke bleef met haar moeder en broertje een half jaar langer.

Australië
De vader van Nelleke was inmiddels loods in Soerabaja geworden en het gezin ging daar na terugkomst in Indië wonen. Een jaar later maakte hij promotie en vertrok met het gezin naar Tandjoeng Priok bij Batavia. Ze woonden daar in een mooi huis aan de zeeboulevard. Het uitbreken van de oorlog in Nederland in mei 1940 zorgde ook in het gezin voor onrust. Vanwege de oorlogsdreiging van Japan werd vader overgeplaatst naar Tjilatjap aan de zuidkust van Java. Nelleke ging daar naar school en had het erg fijn. In de haven van Tjilatjap lagen oorlogsschepen. Vanwege een dreigend bombardement vertrok moeder met haar twee kinderen naar Poerwokerto in Midden-Java. De bedoeling was dat ze zodra het mogelijk was naar Australië zouden gaan. De nacht voordat haar vader het gezin daarvoor zou komen ophalen had hij het schip MS Zaandam van de Holland-Amerika Lijn veilig uit de haven van Tjilatjap geloodst. Maar de loodsboot waarmee hij terug zou varen werd geraakt door een drijvende mijn en zonk. Hij moest wel met de Zaandam meevaren naar Australië en kon niet meer terug naar Indië. Het was het eind van een onbezorgd en gelukkig gezinsleven.

Honger
Nelleke herinnert zich de komst van Japanners in Poerwokerto nog heel goed. 'Dat waren de stoottroepen die ongedisciplineerd, plunderend en verkrachtend als eersten aan land kwamen.' Toen ook vrouwen en kinderen naar kampen moesten werd de net dertien jaar geworden Nelleke met haar moeder en broertje op 19 augustus 1942 naar kamp Kareës in Bandoeng vervoerd. Het werden zware tijden. Er werd honger geleden, er braken ziektes uit en veel mensen kwamen om. 'Er waren veel pesterijen, bijvoorbeeld de watertoevoer die heel onregelmatig was.' De leeftijd waarop jongens van hun moeders werden gescheiden en naar een mannenkamp werden overgebracht was aanvankelijk vijftien jaar. Maar dat gebeurde op steeds jongere leeftijd. Het broertje van Nelleke was tien toen hij werd afgevoerd naar kamp Tjihapit. Maandenlang hoorden zij niets van hem en dat zorgde voor veel verdriet. Via een radiobericht wisten ze wel dat de vader veilig in Australië was aangekomen.

Bevrijding
Op 30 december 1944 werden Nelleke en haar moeder in een overvolle, stinkende trein vervoerd naar kamp Tjideng in Batavia. In dat kamp zat ook Corry Vonk, die met Wim Kan getrouwd was. Nelleke moest als tienermeisje zware ontberingen doorstaan. Maandenlang schepte zij iedere dag de beerput bij het ziekenhuisje op het kamp leeg. Door het bombardement op Hiroshima en Nagasaki kwam er een eind aan de oorlog. Als het een paar weken langer geduurd zou hebben hadden Nelleke en haar moeder en de andere gevangenen het niet overleefd. Toch was het nog geen bevrijding. Nelleke werd weer herenigd met haar jongere broer die het extreem zwaar in het mannenkamp had gehad. Haar vader kon pas op 16 oktober 1945 vanuit Australië naar het kamp komen. Bij het zien van zijn sterk vermagerde vrouw en zieke dochter moest hij huilen. Dank zij de vele contacten die hij had lukte het hem het gezin naar Australië te verschepen. Hijzelf bleef achter in Priok. 'Australië voelde als een land van vrede.' Na eerst in een luxe hotel in Melbourne te hebben gelogeerd vertrok het gezin naar een klein houten huis bij Ferney Creek in de omgeving van Melbourne. Daar konden ze bijkomen van hun ontberingen en genieten van de overvloed aan melk, honing en fruit.

Nederland
De terugreis naar Nederland vond plaats met het schip Volendam. Op 3 oktober 1946 kwamen ze aan in Rotterdam en trokken in bij grootmoeder in Leiden. Nelleke herinnert zich dat daar die dag uitbundig Leidens Ontzet gevierd werd. Er heerste grote woningnood in Nederland. Het huis van Nellekes oma werd verbouwd om het gezin wat privacy te geven. Er bleek in Nederland nauwelijks ruimte om over de verschrikkingen van het kampleven te vertellen. Het gezin woonde drie jaar in Leiden en verhuisde toen naar een nieuwe woning in Hollandsche Rading. Nelleke doorliep met goed gevolg de MMS en werd secretaresse bij de Wereldomroep. Daar leerde ze Jan Rusche kennen waarmee ze in het huwelijk trad en vier kinderen kreeg. Hij overleed in 1993. De liefde voor de tropen met de mooie natuur, de warmte, de geuren, de kleuren, het heerlijke eten en de lieve mensen heeft Nelleke nooit meer losgelaten. In 1995 is ze voor het eerst teruggeweest in Indonesië en het voelde als thuiskomen. Door de verschrikkelijke periode uit haar jeugd is Nelleke de goede dingen uit het leven extra gaan waarderen.