Wim Daniëls  bij Bouwman Boeken: ‘Wim is de eerste mens op het leesplankje. Je weet wel dat ding van Aap, Noot, Mies, Wim enzovoort. Mies is een poes’.
Wim Daniëls bij Bouwman Boeken: ‘Wim is de eerste mens op het leesplankje. Je weet wel dat ding van Aap, Noot, Mies, Wim enzovoort. Mies is een poes’.

Wim Daniëls in een speeltuin en toverpaleis

Algemeen

Wim Daniëls is schrijver, spreker en toneelspeler. Hij schreef zo'n honderd boeken, waarvan het merendeel over taal gaat. In zijn nieuwste boek De taal achterna nam hij zijn gehoor bij Bouwman Boeken aan de Hessenweg in De Bilt dinsdag 26 mei mee op zijn jarenlange trektocht langs woorden en zinnen.

door Henk van de Bunt

Bij binnenkomst aan de Hessenweg begroet Daniëls  ieder hoogst persoonlijk: 'Dat doe ik niet alleen, omdat ik vind dat dat zo hoort, maar ook omdat ik dan een ieders naam hoor. Ik heb iets met namen; dat begon toen ik ontdekte dat er steeds minder Wimmen zijn. Er worden in Nederland nog maar drie Wimmen per jaar geboren. Dat is een zorgelijke ontwikkeling'. Volgens Daniëls  duikt de naam Wim rond 1915 voor het eerst in Nederland op vooral doordat de naam op het leesplankje voorkwam. De Wimmen-piek in Nederland lag rond de jaren zestig, toen er honderden per jaar werden geboren – in België rond de jaren tachtig. Daarna ging het bergafwaarts – de naam Wim is nu bijna uitgestorven. Wim was ooit een populaire naam in Nederland en Vlaanderen. Maar die tijd is voorbij. Er lopen nog altijd aardig wat Wimmen rond, maar het merendeel is boven de 50. Erg veel jonge Wimmen zijn er niet meer. Zelden wordt een kind nog Wim genoemd. Wim Daniëls vindt het jammer dat Wim hierdoor op de achtergrond raakt.

Achterna
Taal speelt een belangrijke rol in het leven van Wim Daniëls. De in Aarle-Rixtel geboren, en tegenwoordig in Eindhoven woonachtige, schrijver heeft een omvangrijk oeuvre op zijn naam staan over taal; over de geschiedenis ervan, over bijzonderheden erin, over spelling, komma's, tekstkwaliteit, enzovoort. In De taal achterna beschrijft Daniëls hij hoe zijn passie voor taal is ontstaan en zich heeft ontwikkeld. Het is een bijzondere en soms hilarische taaltrektocht geworden, waarbij Aarle-Rixtel en zijn moedertaal een belangrijk vertrekpunt zijn geweest. De taal achterna leest als een roman, maar kan ook worden gezien als een soort van leerboek over taal. Daniëls is echter nimmer belerend en weet de juiste luchtige, humoristische toets aan te slaan zonder zichzelf daarbij te sparen. Zijn relaas bijvoorbeeld over een voorhuidvernauwing die hem als jongeling parten speelde, is dolkomisch.

Verwonderen
De taal achterna is een feest der herkenning. Niet alleen als het om dialect gaat, maar ook om personen en plaatsen die worden opgevoerd in het boek. Wim Daniëls blijft zich verwonderen en verbazen over taalkwesties, en maakt er zijn lezers deelgenoot van. Het is een prachtig verslag van iemand die taalplezier combineert met de wens er alles van te weten en met de behoefte ook anderen enthousiast te maken voor de wondere wereld van de taal. In het boek neemt hij je mee op zijn jarenlange trektocht langs woorden en zinnen, in binnen- en buitenland. Op de vraag waar die passie voor taal vandaan komt volgt een al even gepassioneerd antwoord: 'Op een zeker moment ontdekte ik – ik zal een jaar of 14 zijn geweest – dat woorden allemaal een masker op hebben. Achter elk woord schuilt een ander woord of een hele woordgeschiedenis. 'Diploma' bijvoorbeeld betekent in feite 'twee keer gevouwen'. Het is het dubbele van iets wat één keer gevouwen is: eenvoudig. Iets later ontdekte ik dankzij de literatuurlessen van mijn docent Nederlands op de middelbare school dat taal enorm acrobatisch kan zijn en dat je er zelfs onzegbare dingen mee kunt zeggen. Daarbij kwam dan ook nog dat ik de klankrijkdom van mijn dialect ging zien. Dat alles maakte dat ik taal ging studeren. En ik merkte meteen dat het een goede keuze was. Ik waande me in een speeltuin en toverpaleis tegelijkertijd'.