RM Groenekanseweg-1950.jpg De Zweedse houten noodkerk uit 1950.
RM Groenekanseweg-1950.jpg De Zweedse houten noodkerk uit 1950. Foto: (foto uit de digitale verzameling van Rienk Miedema)

Kerkschapen in Groenekan

Algemeen Historie

door Henk van de Bunt

Van vrijdag 25 augustus tot donderdag 31 augustus zal er in Dorpshuis De Groene Daan een tentoonstelling gehouden worden over het ontstaan en de geschiedenis van Groenekan. Elk van de vier dorpen van de gemeente Maartensdijk voor het samengaan met oud Bilthoven en De Bilt heeft een eigen karakter. Veel oudere inwoners kunnen boeiend vertellen over het verleden van de dorpen; over de tradities en bewoners die het dorp een eigen sfeer gaven.

In 1625 vormde de huidige kern Groenekan een buurtschap van Maartensdijk. Overige buurtschappen waren: Oude- of Achterwetering, Nieuwe Wetering (refererend aan de weteringen van de veenontginningen), Herbertskop, Biltstraat en het Zwarte Water. De buurtschap Groenekan ontwikkelde zich tezamen met de buurtschappen Achter Wetering en Nieuwe Wetering langs de dwarsweteringen in Oostveen en bestond voornamelijk uit boerderijstroken. Groenekan, genoemd naar de herberg aan de Groenekansedijk, had in die periode een vrij goede ligging. De Groenekansedijk heette vroeger de Oude- of Bisschopswetering, dus de Oude Wetering was niet de Achter Wetering.

Oranje
In 'Oud Maartensdijk Belicht' (13 augustus 1991) schrijven Koos Kolenbrander en Hans Stevens over tal van wetenswaardigheden van het dorp Groenekan: 'In een boek over Willem van Oranje, De Vader des Vaderlands (1533-1584) wordt Groenekan al genoemd. Willem logeerde in de herberg te Groenekan. In de jaren twintig van onze eeuw was Groenekan volgens oudere inwoners een gemoedelijk dorp. De bewoners hielden zich voornamelijk bezig met het boerenbedrijf, de tuinbouw of men was werkzaam op het buiten Voordaan'.

Sporen
De aanleg van twee sporen dateert van 1863 en 1871. Met de komst van deze sporen veranderde er in eerste instantie niet veel in Groenekan. Echter in 1918 bracht het spoor wel de vestiging van de Eerste Stichtse Koper en Metaalgieterij (ESKEM) naar Groenekan, maar het agrarische karakter van de kern bleef behouden. Kolenbrander en Stevens: 'Het was ook een heel voornaam dorp (geworden): het had dus maar liefst twee treinstations, Oost en West. De heer Wijenberg (op de foto) was spoorwachter van station Oost. Van station West waren achtereenvolgens de heren Van Aalst en Engel Koops spoorwachter. De stoomlocomotief, die in Oost stopte ging naar het Buurtstation in Utrecht en vanuit West ging hij richting Biltstraat. Na.de bombardementen gedurende de Tweede Wereldoorlog zijn beide stations opgeheven'.

Rottebuurt
Kolenbrander en Stevens vervolgen: 'Aan het begin van de Groenekanseweg stond op de rechterhoek een café met lei-linden ervoor. Toen in het midden van deze eeuw de linden in verband met een wegverbreding moesten wijken, kwam er een pot met oude munten onder vandaan. Op de plaats van de winkel van Van der Neut stond een buurtje, de 'Rottebuurt' genaamd; ervoor liep de Rottegracht. Direct over het spoor links stond de boerderij Nijepoort. Op het terrein van de Nijepoort werden de jaarlijkse Oranjefeesten georganiseerd. Een Groenekans evenement tijdens de Oranjefeesten was het ringsteken met paard en tilbury. Deze behendigheidswedstrijden werden rond de Kastanjelaan gehouden. Meestal behaalden de deelnemende boeren de prijzen, waarna er een ereronde met vaak 26 tilbury's werd gehouden door Tuindorp'.

Kerken
Tot voor de tweede wereldoorlog kerkten de Groenekanners in het kerkje van Blauwkapel. Hierna werden er in de Christelijke school en in de schuur van Steven van der Horst kerkdiensten gehouden. Op het terrein van de huidige kerk werd eerst een Zweedse houten noodkerk geplaatst. Met een tiental mensen werd er een bouwcommissie geformeerd onder voorzitterschap van burgemeester Schuller. De gemeenteleden konden 'kerkschapen' kopen, die bij een boer werden grootgebracht, Het verschil in prijs na verkoop was voor de nieuwe kerk. De architect Hoogevest ontwierp de nieuwe kerk. Later is de buitengewone wijkgemeente 'Boskapel' ontstaan.

Namen
Louis van den Brink schrijft in 1994 in een artikel in St. Maerten (HVMaartensdijk): Wie in Groenekan getogen is noemt de hoek van de Groenekanseweg en de Wilhelminaweg (aan de zuidzijde) 'de hoek'. Wie hier geboren èn getogen is weet, dat de brug over de Grote Vaart naar de Ruigenhoekse- en de Kooidijk de Polderbrug wordt genoemd. Sommige plaatsgenoten is het van horen zeggen bekend wat en waar de Meulenkamp was. Maar wie zou nog weten waar de Molenberg lag? Slechts een enkeling weet uit de overlevering, dat de Lindenlaan ooit was getooid met de Bijbelse naam Babelsteeg. Vele andere namen hier zijn al in onheuglijke tijden in de vergetelheid terecht gekomen. Voorbeelden zijn: Wolvenest, Ypeslingerlaan, Bovenste Bos en Grote Waterkuil. Het waren stuk voor stuk namen, die twee eeuwen geleden in deze buurtschap ingeburgerd waren'. Van den Brink vervolgt: 'Het doorlezen van enkele notariële akten uit de jaren vóór 1832 leverde ruim 40 van zulke namen op'. Vervolgens komen in dat artikel aan de orde de hoeven, huizen, bossen, lanen, wegen etc. waarop ruim 50 namen eertijds betrekking hadden. In ieder geval voldoende stof om over te spreken tijdens de jubileumtentoonstelling.

De Groenekanseweg in de jaren twintig van de vorige eeuw. Op het bruggetje ter hoogte van nr. 131 staan de heer en mevrouw Wijenberg met kinderen.